Vandaag was het dan zover: vele maanden aan zwoegen werden beëindigd met een ruk aan een gordijntje. Het Natuurbehoudscentrum, gesitueerd in de zaal waar voorheen een stukje woestijn werd gesimuleerd in de vorm van de Zee van Cortez, is een feit. Het Natuurbehoudscentrum, hoewel misschien klein in formaat, belichaamt de taakstelling van Diergaarde Blijdorp. Uiteraard is een onvergetelijk dagje uit iets waar de dierentuin naar streeft, maar wanneer puntje bij paaltje komt, gaat het om de conservatie van de mondiale biodiversiteit. Werkelijk iets om trots op te zijn.
Voorafgaand aan de opening van het Natuurbehoudscentrum mocht Marcel Kreuger namens de Vrienden van Blijdorp, de geldschieters van het project, even het woord voeren. Er werd stilgestaan bij wijlen Henk Zwartepoorte, in vele opzichten een onvergetelijk man. In de decennia dat hij actief was voor Diergaarde Blijdorp, slaagde hij erin om met vele uiterst zeldzame schildpaddensoorten te fokken. Misschien nog wel belangrijker was zijn bereidheid om deze kennis te delen met de wereld, waarmee hij organisaties als de Turtle Survival Alliance van grote dienst was. Omdat in de Diergaarde de middelen ontbraken om zijn volledige visie te verwezenlijken, zette hij de Stichting ReHerp op touw. Na zijn overlijden is een belangrijke drijfveer achter natuurbescherming weggevallen. ReHerp zal dan ook een groot deel van zijn collectie terugsturen naar hun bakermat, Blijdorp. Mary Vriens, huidige voorzitter van ReHerp en vrouw van Henk, mocht dan ook een gedenkplaat voor Henk onthullen in het Natuurbehoudscentrum en twee Egyptische landschildpadden vrijlaten in hun nieuwe onderkomen.
Nog niet het gehele Natuurbehoudscentrum is af. Naar verwachting zal het nog een aantal weken duren totdat alle diersoorten te zien zijn. Een van de soorten die nu wel al aanwezig is, is dus de Egyptische landschildpad, in de wetenschap bekend als Testudo kleinmanni. Het IUCN merkt hem aan als kritiek bedreigd en de populatie krimpt nog altijd, omdat de Egyptische en Libische autoriteiten niet in staat zijn om de vernietiging van zijn leefgebied en de illegale huisdierenhandel een halt toe te roepen. De Egyptische landschildpad is een geboren overlever: zijn geringe grootte – de maximale schildlengte bedraagt nog geen vijftien centimeter – betekent dat hij niet veel voedingsstoffen nodig heeft en zijn lichaamskleur zorgt ervoor dat hij wegvalt tegen zijn omgeving. Het verblijf van de Egyptische landschildpad is direct bij binnenkomst een blikvanger. Het is op zich een vrij simplistisch opgezet onderkomen, maar de sporadische planten en rotsen bieden de dieren meer dan genoeg mogelijkheden om zich te verstoppen. Blijdorp had al een zevental van deze dieren achter de schermen, een gedeelte zal daar ook blijven. Het EEP van deze soort wordt sinds kort ook beheerd vanuit Diergaarde Blijdorp.
De overburen van de Egyptische landschildpadden zijn de San Francisco-lintslangen. Het verblijf is een kunstwerkje op zich: het is een zeer divers verblijf, met waterige gebieden, drogere hooglanden, vele boomstronken en rotsspleten en wat hogere beplanting. Op zich zijn lintslangen een vrij talkrijke groep dieren, maar van deze specifieke variant wordt gedacht dat er nog maar een paar duizend exemplaren leven in het wild.
De achterste zijde van het glazen huis is bestemd voor een stelling met terraria zoals je die wellicht ook achter de schermen zou aantreffen: het doet enigszins denken aan het Publiekslab. Het zijn stuk voor stuk verblijfjes die zo ingericht zijn dat ze makkelijk aangepast kunnen worden om onderdak te bieden aan verschillende soorten. Reptielenliefhebbers opgelet, hier zullen een aantal zeer zeldzame soorten te vinden zijn. Momenteel is de enige inwoner een jonge pannenkoekschildpad, wiens ouders vertoeven in de Krokodillenrivier. Volgens de bordjes kunnen we in de komende weken ook kleine McCordsslangenhalsschildpadden en spinschildpadden verwachten. Deze twee soorten zijn al een aantal jaar exclusief achter de schermen te vinden. Ook wordt hier met zeldzame planten gewerkt, momenteel is één terrarium toegewezen aan bromelia’s en in de nabije toekomst komen er ook primula’s – Diergaarde Blijdorp beheert van deze twee planten de Nationale Plantencollectie.
Aan de voorkant van het glazen huis zijn drie aquaria opgesteld. Hoewel de filters hiervan momenteel nog op gang moeten komen en de aquaria nog leeg staan, weten we dat hier een aantal zeer zeldzame vissensoorten komen. Zo komt er een Mexicaanse rivierhabitat waar de La Palma tandkarper (Cyprinodon longidorsalis) een plekje krijgt. Het verhaal van dit visje kent zijn gelijke niet. Hij komt uit een rivier in Noordoost-Mexico, de Ojo de Agua la Presa – of beter gezegd, één kleine sectie van deze rivier. Een slootje dat bekend staat als Charco La Palma, met een oppervlakte van 10 vierkante meter en maximaal 1,5 meter diep: mogelijk het kleinste verspreidingsgebied van alle gewervelden. Als gevolg van opdroging door irrigatie is deze soort in 1994 in het wild uitgestorven. Ook een andere Mexicaanse vissensoort, de Zoogoneticus tequila, is overgekomen uit Aquazoo Düsseldorf. Doordat invasieve vissensoorten zijn uitgezet in zijn natuurlijke habitat, was hij bijna uitgestorven. Gelukkig lijken beschermingsmaatregelen hun vruchten af te werpen, maar voorlopig is de situatie alsnog dusdanig penibel dat deze soort voor de zekerheid achter de schermen blijft. Hetzelfde geldt voor de Allodontichthys polylepis, die functioneel is uitgestorven in het wild.
Een tweede aquarium staat in het thema van Madagaskar. Zo gaat Blijdorp mangaraharacichliden voor de schermen houden. Van deze soort werd gedacht dat hij in het wild uitgestorven was, met alleen nog drie mannetjes in de dierentuin van Londen. Gelukkig werd bij een expeditie nog een klein groepje vrouwtjes aangetroffen dat vervolgens naar Europa getransporteerd is, waardoor de toekomst van de reservepopulatie in gevangenschap nu in ieder geval veilig gesteld lijkt. Ook gaat de Diergaarde werken met de bedreigde Malagassische soorten Pachypanchax sakaramyi, Pachypanchax menarambo, Paretroplus menarambo, Paretroplus damii en Paretroplus kieneri. Welke hiervan precies voor en achter de schermen komen, is nog niet duidelijk. Het derde aquarium gaat onderdak bieden aan achoque’s (Ambystoma dumerilii), een kritiek bedreigd broertje van de axolotl-salamander.
Het centrale glazen huis, dat alleen toegankelijk zal zijn wanneer er vrijwilligers aanwezig zijn, is omgeven door nog een aantal verblijven. Het enige verblijf buiten het glazen huis dat momenteel in gebruik is genomen, is dat voor Aziatische zangvogels. Eigenlijk is dit het voormalige grondeekhoornverblijf met enkele lichte aanpassingen. Het koppeltje Balispreeuwen uit Taman Indah heeft hier zijn intrede gedaan, samen met een paartje roodoorbuulbuuls. In de nabije toekomst worden er shamalijsters en Palawan-pauwfazanten toegevoegd aan dat lijstje. Naast dit verblijf is een groot beeldscherm geplaatst waar bezoekers meer kunnen leren over de diverse conservatieprojecten waar de Diergaarde deel aan neemt.
Nog vier andere Zee van Cortez-verblijven maken een terugkeer in een nieuw jasje. De Coloradopadden houden hun oude stek, de gilamonsters nemen een oud slangenverblijf nabij de ingang over. Een oud verblijf naast de toegang tot het Kelpwoud wordt momenteel geschikt gemaakt voor de Filipijnse zeilhagedissen, een paar oude bekenden van Blijdorp. Daartegenover is het oude zoutwateraquarium terug te vinden. Momenteel zijn hier alleen een drietal Cortez doktersvissen een een paartje egelvissen aan te treffen. Nieuw zijn de momenteel nog leegstaande verblijven voor Antilliaanse groene leguanen, ploegschaarschildpadden, krokodilstaarthagedissen en vuursalamanders, alsmede de nieuwe ruimte met broedmachines.
Kort gezegd: het Natuurbehoudscentrum is nog alles behalve af en dat zal het ook nooit echt zijn. Zijn inwoners zullen komen en gaan zoals natuurbeschermingsorganisaties dat nodig achten. We zullen nog veel horen van dit stukje Oceanium…