Hoewel de COVID-19-crisis een flinke impact heeft gehad op de financiën van Diergaarde Blijdorp, staat de Rotterdamse dierentuin niet stil. Projecten vinden waar mogelijk en waar nodig tóch plaats, met dank aan gulle donaties van de vereniging Vrienden van Blijdorp en VPdelta. Diergaarde Blijdorp heeft twee entrees: de hoofdingang nabij het Oceanium, aan het begin van deze eeuw in gebruik genomen, en de historische poorten aan de Van Aerssenlaan, die uit 1940 stammen. Wie het park betreedt via dit rijksmonument wordt inmiddels alweer enkele decennia begroet door de flamingo’s, die an sich een constante zijn geworden in het immer veranderende Rotterdam. Een facelift van het Flamingo-Strand moet ervoor zorgen dat dat zo kan blijven.
Wat niet iedereen zal weten, is dat deze kolonie nogal veranderd is sinds de roze vogels hun intrede deden. Vroeger werden er een aantal soorten gemengd gehouden: de grote (ofwel ‘gewone’) flamingo en de rode flamingo. Het kon echter nog wel eens gebeuren dat deze dieren ook voor ‘gemengd’ nageslacht zorgden en dat is niet per se wenselijk. Daarom vertrokken de rode flamingo’s in 2004 naar Avifauna en in de periode daarna vond ook een uitwisseling plaats met Boedapest, om de fokgroep van de grote flamingo’s incestvrij te houden. Ook al waren de intenties nog zo goed, de flamingo’s zelf konden het kennelijk niet waarderen: alweer anderhalf decennium houden zij er een eier-boycot op na. Waarschijnlijk is het het gevolg van het scheiden van enkele hechte paartjes, het inkrimpen van het aantal dieren en inmiddels speelt ook vergrijzing mee. De laatste paar jaar werd er wel enige vooruitgang geboekt qua voortplantingsgedrag, maar tot op heden blijven kuikens uit. Immers: als een hele kolonie overgaat tot voortplanting, biedt dat enige mate van veiligheid, maar een eenzaam ei is een makkelijk doelwit voor lokale roofdieren en jaloerse soortgenoten. Daar komt nog eens bij kijken dat het permanent wieken van vogels tegenwoordig verboden is, wat zou betekenen dat eventueel nageslacht ieder jaar gekortwiekt zou moeten worden: veel te stressvol voor de dieren. De noodzaak tot het bouwen van een volière was geboren.
Ook het gebied rondom het flamingoverblijf is veranderd sinds de dagen van weleer. Vroeger was er niet eens een vogelstrandje: dit was de speeltuin! Het huisje dat de flamingo’s tegenwoordig ’s winters warm houdt, deed bij de opening dienst als ‘speelgebouw’. Voeg daar natuurlijke verzakking aan toe en het resultaat is eigenlijk niet meer te vergelijken met hetgeen wat architect Van Ravesteyn voor ogen had. Dat, terwijl dit deel van Blijdorp aangewezen als rijksmonument, juist vanwege zijn unieke stijl. Het is een som die kansen biedt: kunnen de flamingo’s hun overnetting krijgen, terwijl het voorplein weer een vleugje Van Ravesteyn meekrijgt? Het heeft vijf jaar aan conflict met de Rotterdamse Welstandscommissie gekost, maar nu ligt er een goedgekeurd plan op tafel. De volière voor de flamingo’s wordt, vanuit de lucht gezien, cirkelvormig en het voornaamste kijkpunt voor bezoekers wordt verplaatst naar het westen, langs de Rivièrahal. De waterpartij van de flamingo’s krult mee langs de buitenrand van hun nieuwe onderkomen. Het perk schuift in zijn geheel een stukje op naar het noorden. De leegstaande Amoervolière moet opgeofferd worden om dit te bereiken, maar zo botst de kooiconstructie minder met het wijdse karakter van het entreeplein. Dat entreeplein wordt overigens weer ‘strakgetrokken’ en wat voorheen asfalt was, worden weer klinkers. Het is dit deel van de onderneming die ervoor heeft gezorgd dat de stadsentree momenteel tijdelijk gesloten is. Als de bouwput gecompleteerd is, zullen gasten die het park binnenkomen zich boven een groot reservoir bevinden! De wegzakte kuilen worden namelijk niet zomaar dichtgegooid met aarde, maar ondergronds vind je nu 490 m² aan watervasthoudende ‘buffer blocks‘ (=490.000 liter). Zo wordt de regen niet zomaar afgewend op het riool, maar kan het worden gefilterd en gebruikt voor de dieren en planten. Het park hoopt per jaar maar liefst negen miljoen liter drinkwater te winnen, wat goed is voor een derde van het totale verbruik van de ‘oude’ zijde van de dierentuin. Het geheel sluit mooi aan op de waterzuiveringsinstallaties in de kelder van het Roofdieren-Gebouw én het helpt met de Diergaarde voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering.
Vandaag werd de laatste hand gelegd aan de waterberging door VVD-wethouder Wijbenga, Agnes van Zoelen van het Hoogheemraadschap van Schieland & Krimpenerwaard en Blijdorp-directeur Erik Zevenbergen. Het voorplein moet in het voorjaar van 2021 opgeleverd worden en daarna wordt begonnen met het realiseren van de flamingovolière. Recentelijk zijn al enkele jongere flamingo’s binnengekomen die uiteindelijk moeten helpen met het boeken van voortplantingssucces. Zij zitten voorlopig nog in quarantaine. Verder loopt op een steenworpafstand nog een project, dat snel vordert. De voormalige Wolvenvallei wordt door het botanische team en lokale imkers veranderd in een Bijenvallei. De nieuwe paden nemen al vorm aan en moeten de bezoekers uiteindelijk door een divers stukje Nederlandse natuur leiden. Het neerslaan van stikstofoxiden en het verdwijnen van bloemen en ander ‘onkruid’ uit weilanden heeft namelijk rampzalige gevolgen gehad op de Hollandse insectenpopulatie. De Bijenvallei dient als oase voor dit verdrongen wild en gaat hopelijk bovenal dienstdoen als ‘ambassade’ voor waar dit kleine land ooit rijk aan was. Wanneer dit project afgerond kan worden, is nog niet bekend. Verder is het nog altijd een kwestie van afwachten bij de Visaya-wrattenzwijnen, want ook daar zullen de Vrienden spoedig een upgrade van het verblijf financieren. De hekwerken worden gemoderniseerd, zodat de bezoekers hun armen niet meer tussen de dieren kunnen steken, en bovendien krijgen de zwijnen toegang tot een van de kades van de pelikaanvijver.
Afbeelding: Diergaarde Blijdorp (blijdorp.nl).
Het is jammer te moeten vernemen dat de welstandcommissie zich bemoeid met de uitvoering van de nieuwe projecten waardoor er vertragingen in de uitvoering ontstaan. Men moet zich bewust worden dat de ontwerpen van Ravensteyn niet meer aan de huidige normen voor dierenverblijven voldoen. Prioriteit moet zijn dat de dieren zich prettig kunnen voelen en dat ze een goed leefklimaat wordt geboden. Blijdorp heeft door de jaren heen getoond dat de mensen die achter de nieuwe ontwerpen van dierenverblijven staan heel goed weten waar dieren behoefte aan hebben. De nieuwe verblijven die de laatste jaren gerealiseerd zijn hebben het park naar een hoger niveau getild. Je merkt ook dat men steeds bezig is om de verblijven te verbeteren. De verblijven worden ruimer waardoor de dieren een meer natuurlijk gedrag kunnen ontwikkelen en de fokprogramma’s meer succes boeken. Je leest ook dat sommige dieren niet meer in de collectie zijn opgenomen. Sommige mensen vinden het jammer dat er dieren uit de collectie verdwijnen maar dat is kortzichtig want je kunt beter minder dieren op een goede manier huisvesten als veel dieren onder matige omstandigheden laten voortploeteren. Voor mij is Blijdorp de goede weg ingeslagen en ik hoop nog vele jaren van de aanwezige dierencollectie te kunnen genieten.