In het bijzijn van medewerkers, onderzoekers en zakenpartners heeft Diergaarde Blijdorp vandaag het Masterplan 2050 officieel gepresenteerd. Al enkele jaren is het park achter de schermen bezig met een fundamentele hervorming: van dierentuin met natuurbehoudsagenda naar natuurbeschermingsorganisatie met een levende have. Het nieuwe motto: Beleven, Beschermen, Blijdorp!
Daad bij woord
In 2020 presenteerde de Diergaarde nog vol trots het ‘Masterplan 2030‘, een routekaart vol peperdure ingrepen en met ambitieuze doelstellingen. Weinig mensen zal het verbazen dat dit vlekkenplan de tand des tijds – te weten de pandemie, een financiële crisis en enkele bouwtechnische tegenvallers – niet heeft weten te doorstaan. De afgelopen jaren wist Blijdorp amper zijn hoofd boven water te houden en heeft het park zijn prioriteiten flink tegen het licht moeten houden.
“Je kan zeggen dat we experts zijn in soortbehoud, maar waartoe leidt dat? We willen toe naar een hoger doel: natuurherstel. Dat is de transitie waar we nu voor staan. En dat betekent dat onze échte impact buiten het park ligt”, aldus directeur Erik Zevenbergen. Hoewel er nog geen kant-en-klare plattegronden en bouwplannen liggen, schetst Zevenbergen het beeld van een drastisch andere Diergaarde. Een nauwkeurig samengesteld lijstje van bedreigde dier- en plantensoorten staat centraal, de rest van het park wordt eromheen gecreëerd.
De TIEN van Blijdorp
Zevenbergen: “Niemand heeft iets aan een beloftevol verhaal, dat vaag en ver weg is. Het Masterplan 2030 moest scherper. Nou, daar zijn tien doelsoorten uit naar voren gekomen en ik denk dat dat de crux van het Masterplan 2050 is.” De komende tien soorten spelen de komende decennia de hoofdrol in Diergaarde Blijdorp:
– Aziatische olifant (Elephas maximus)
– Dwergnijlpaard (Choeropsis liberiensis)
– Rode panda (Ailurus fulgens)
– Rüppells gier (Gyps rueppellii)
– Kroeskoppelikaan (Pelecanus crispus)
– Antilliaanse leguaan (Iguana delicatissima)
– Annam-waterschildpad (Mauremys annamensis)
– Vleten (Dipturus spp. batis & intermedius)
– Doktersvissen (Acanthuridae spec.)
– Rwanda warmwaterlelie (Nymphaea thermarum)
Zevenbergen vertelt: “Er is een lijst van 42.000 bedreigde soorten wereldwijd, maar daar kiezen we er tien van. Daarmee hebben we al de expertise en daarvan denken wij dat we ze van de Rode Lijst áf kunnen helpen.” In zijn beleidsplan spreekt Blijdorp de ambitieuze wens uit dat geen van deze soorten anno 2050 meer als bedreigd in hun voortbestaan gezien worden.
Hoe dat bereikt gaat worden, verschilt per soort. Zo is Blijdorp reeds de wereldwijde populatiemanagement coördinator van de rode panda en de voornaamste partner van het Red Panda Network, zowel qua expertise als qua geld. Voor de doktersvissen zet Blijdorp vooral in op hun eigen project RoffaReefs, wat een veilige kraamkamer voor jonge vissen creëert. Een terugkerende term is ‘Blijdorp Hub’: een permanente, fysieke aanwezigheid van de Diergaarde in onder andere Nepal en Bonaire.
Natuur Dichtbij
Concreet: hoe ziet Diergaarde Blijdorp anno 2050 eruit? Dat is immers waar de meeste mensen vooral nieuwsgierig naar zijn. De TIEN van Blijdorp gaan leidend zijn in alle toekomstige verbouwingen. Daadwerkelijke plattegronden, sfeerimpressies soortenlijstjes en streefdata zijn allemaal nog niet bekend. Neem het onderstaande dus met een korreltje zout.
De continentale indeling, die in de jaren ’90 en ’00 geleidelijk ontwikkeld is, gaat minder strikt gehandhaafd worden. In plaats daarvan wordt Blijdorp opgedeeld in acht thematische werelden. Sommigen vertegenwoordigen bepaalde geografische regio’s, sommigen niet. Neem ‘Natuur Dichtbij’: in feite is dit een kleine facelift voor het bestaande Europa-gebied. De kroeskoppelikaan wordt officieel aangewezen als één van de tien impactsoorten van Blijdorp. Nog vóór 2030 wil de dierentuin de pelikaan herintroduceren in Nederland. Ook gaat de Diergaarde bezoekers aanmoedigen om hun tuinen biodivers in te richten en sluit het park nieuwe partnerschappen met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Wel lijkt het erop dat Australië (lees: de wallaby’s) definitief zal worden opgeslokt door dit nieuwe gebied. Van oudsher spelen Westerse dierentuinen geen grote rol bij natuurbescherming in deze regio.
African Plains, Asian Corridors & Himalayan Peaks
Daar staat tegenover dat natuurbehoudsprojecten in Afrika wél veelal afhankelijk zijn van Europese ondersteuning. De huidige Savanne-biotoop wordt dan ook grotendeels gehandhaafd, maar dan als ‘African Plains’. Liefhebbers van de giraffen en zebra’s kunnen dus opgelucht ademhalen. De Rüppells gier wordt de officiële impactsoort van dit gebied, met op korte termijn de aftrap van nieuwe genetische en ethologische onderzoeken. Naar verwachting zal een nieuw perk voor de zwarte neushoorns onderdeel gaan uitmaken hiervan. Details laten nog op zich wachten.
Ook voor een andere publieksfavoriet is ruimte in het Blijdorp van 2050: de Aziatische olifant. De Diergaarde hoopt op zeer korte termijn het perk uit te breiden van deze impactsoort (zie HIER) en dit megaverblijf wordt het kloppende hart van het nieuwe themagebied ‘Asian Corridors’. Dit is een knipoog naar de ‘oliducten’ die waarschijnlijk onderdeel gaan uitmaken van het nieuwe olifantenperk, maar ook naar de tien faunapassages die Blijdorp anno 2050 gerealiseerd wil hebben in Zuid- en Zuidoost-Azië. Ook faciliteert Blijdorp voortaan debatten over mens-dier conflicten, met als doel de maatschappelijke acceptatie van de wolf in Nederland te verhogen.
Het Himalaya-gebied met de rode panda’s (impactsoort numero vier), voortaan ‘Himalaya Peaks’ geheten, wordt ook min of meer toekomstbestendig geacht in z’n huidige vorm. Binnen vijf jaar hoopt Blijdorp als mondiale populatiecoördinator bij te dragen aan de herintroductie van twintig rode panda’s in het wild. Ook wil Blijdorp de komende vijf jaar één miljoen bomen planten in het Ilam-district van Nepal.
Last Resort, Duurzame Noordzee & Caribbean Seas
De resterende vier themawerelden vertegenwoordigen drastischere koerswijzigingen. Grofweg op de plek van de Maleise Bosrand en Chinese Tuin verschijnt ‘Last Resort’. De geografische indeling hier wordt minder strikt gehandhaafd. In plaats daarvan ligt de nadruk op het tonen van dieren en planten die voor hun voortbestaan sterk afhankelijk zijn van dierentuinen. Denk aan de reeds aanwezige Visaya-wrattenzwijnen en Prins-Alfredherten, die beide als kritiek bedreigd op de Rode Lijst staan. In die zin wordt Last Resort voorgesteld als complementair aan het reeds bestaande Natuurbehoudscentrum in het Oceanium, maar dan voor groter wild.
Ook hier is het nog even wachten op bouwtekeningen, maar de verwachting is dat zowel het Longhouse als het Aziëhuis na dertig jaar dienst hun pensioen naderen. De Annam-waterschildpad en Rwandese warmwaterlelie, momenteel achter de schermen, worden genoemd als impactsoorten. Als ecologisch doel noemt Blijdorp de realisatie van drie gloednieuwe back-up populaties voor ernstig bedreigde soorten.
Even naar de andere kant van de dierentuin: ook het Oceanium zal een kleine transformatie ondergaan. Blijdorp wil meer nadruk leggen op de Noordzee en de Caraïben. Dat houdt vooral een intensivering van de bestaande iniatieven in (impactsoorten: vleet, Antilliaanse leguaan, doktersvis). Er staat nog niks vast, maar mogelijk houdt dit in dat er meer Noordzee-bewoners geplaatst zullen worden in het grote bassin van de Haaientunnel en dat het Great Barrier Reef (weer) wordt omgeschakeld naar een Caraïbisch koraalrif.
Tot de ecologische doelen op korte termijn behoren: het oprichten van een fok- en opvangcentrum in het Caraïbisch gebied; het opstellen van een ‘vruchtbaarheidskalender’ voor Caraïbische vissers; deelname aan verschillende Noordzee-werkgroepen; en het aanmoedigen van diervriendelijke windmolenparken.
African Jungle
Het meest spraakmakende nieuwtje hebben we natuurlijk voor het laatste bewaard. Het gerucht deed al even de ronde, maar nu is het definitief: Diergaarde Blijdorp neemt definitief afscheid van zijn Noord-Amerikaanse en Zuid-Amerikaanse inwoners. Daaronder vallen onder meer de ijsberen, vicuña’s en vlinders. Het is niet bekend wat er gaat gebeuren met de ara- en ibisvolières die momenteel gebouwd worden. Geleidelijk zal de Oceanium-zijde van de dierentuin getransformeerd worden tot ‘African Jungle’. Hiermee speelt Blijdorp in op de verwachte ‘groeipijn’ in Centraal- en West-Afrika de komende decennia. Deze straatarme en veelal onrustige regio gaat een immense groei in bevolking en levensstandaarden tegemoet. Duurzame ontwikkeling is dan ook iets wat Blijdorp zoveel mogelijk wil aanmoedigen en faciliteren, juist in dit vroege stadium.
Concreet laat Blijdorp weten dat de African Jungle waarschijnlijk de vorm van een imposante tropenhal zal aannemen, niet geheel ongelijk aan Burgers Bush. Als potentiële inwoners noemt Blijdorp de witkruinmangabeys, bongo’s, pantserkrokodillen, karmijnrode bijeneters en okapi’s. Voor de dwergnijlpaarden (impactsoort) is ook een prominent plekje weggelegd. Mogelijk dat ook de westelijke laaglandgorilla’s uiteindelijk meegenomen worden. Er wordt gebruikgemaakt van virtual reality om de bezoeker kennis te laten maken met de schadelijke keerzijde van consumptiehonger. Blijdorp wil hier tevens een podium bieden aan bedrijven met het duurzaamheidscertificaat van B Corp.
Eindbalans
Bij het Masterplan 2050 hoort ook een gloednieuwe website en app voor Diergaarde Blijdorp. Daar is het volledige plan terug te vinden.
Wie tussen de lijntjes van het Masterplan 2050 leest, zal het opvallen dat Blijdorp écht kritisch gereflecteerd heeft op wat het park nou realistisch kan betekenen op het gebied van natuurbehoud. Door afscheid te nemen van het merendeel van de Arctische, Amerikaanse, Australische en Pacifische collectie ziet de Diergaarde onder ogen dat deze landen steeds beter in staat zijn om hun eigen ecologische beleid te voeren. Ook besluit Blijdorp zeer bewust om de (extensieve) samenwerking met sommige organisaties op te zeggen, ten gunste van intensivering van andere dossiers.
Wel zal het menig bioloog pijnigen dat enkele vergeten ecosystemen in crisis links blíjven liggen. Denk aan het steeds drogere Noord-Afrika, Midden-Oosten en Centraal-Azië. Ook het uiterst diverse Madagaskar is een opmerkelijke afwezige op het lijstje. Tevens gaat er vooral aandacht uit naar (grote) zoogdieren en vogels. Dat, terwijl de nood in regel hoger is bij reptielen, amfibieën, vissen, ongewervelden, planten en schimmels. Tegelijkertijd is het niet ongebruikelijk om ‘aaibare’ iconen te gebruiken als boegbeeld voor de rest van het milieu. Hoe het Masterplan 2050 uiteindelijk uitpakt, zal ‘m grotendeels zitten in de nuances van de implementatie ervan.
Diergaarde Blijdorp heeft de afgelopen 166 jaar vele gezichten gehad. Daarbij is de nadruk steeds meer gaan liggen op dierenwelzijn en natuurbehoud. Het Masterplan 2050 voegt een nieuwe gedaante toe aan dat lijstje, die deze gestage trend in vele aspecten belichaamt. Optimistisch gaan we de toekomst tegemoet.