
Tweeëndertig jaar: alweer zo lang vindt Blijdorp houvast bij het eens zo ambitieuze Masterplan. Toen de visie in 1988 gepresenteerd werd, was de Diergaarde op sterven na dood. De bezoekersbeleving van de dierentuin moest het afleggen tegen die van Burgers’ Zoo en Beekse Bergen, de wow-factor was ver te zoeken. Het Masterplan wist Blijdorp om te toveren van irrelevante stadstuin tot de de drukst bezochte dierentuin van Nederland. De Rotterdamse oase heeft nu een nieuwe droom: onomstotelijk de mooiste dierentuin van Europa worden. Het is een doelstelling die gehaald moet worden dankzij het Masterplan 2030, zoals deze vandaag gepresenteerd werd tijdens de winterlezing van de Vrienden van Blijdorp. Beloftes over de vele details van de megaprojecten doet het park nog niet, maar de vooruitzichten zijn mooi. Startdatum: vandaag.
De presentatie werd niet afgetrapt met plattegronden of sfeerimpressies, maar met een indringende foto van houtkap in de Amazone. Erik Zevenbergen: ”Het Masterplan gaat niet zomaar over de toekomst van de dierentuin, maar over natuurbehoud, over dat we het gevoel van verbondenheid kwijtraken met de natuur en het vernietigen. Het uitsterven van planten- en diersoorten is iets waar wij als mens schuldig aan zijn, ver weg maar ook dicht bij huis. Wat laten wij achter? Het gaat niet lukken om het tij te keren in de komende tien jaar, maar we kunnen wel de volgende generaties het geloof en de hoop meegeven dat het niet te laat is. Wij kunnen dat positieve geluid zijn, wij kunnen dat verschil maken.” De toon was direct gezet.
Initiatieven die al binnen de dierentuin lopen om te bouwen aan een betere wereld, kregen een speciaal plekje in de schijnwerpers: het gebruiken van afval als compost, onderzoek naar de Komodovaraan, bescherming van de rode panda. Blijdorp wil zich intensiever gaan focussen op vier grote, meerjarige natuurbeschermingsprojecten, met ook nog ruimte in de begroting voor kleinere en spontane acties, zoals dat laatst ook gebeurde voor de bosbranden in Australië. In het Blijdorp van de toekomst zullen soms lastige keuzes gemaakt moeten worden om dierenwelzijn binnen de beperkte grenzen van de stadstuin te garanderen: met welke soorten gaat de Diergaarde verder en welke biotopen moeten het veld ruimen om dieren, waarvoor de nood hoger is, te huisvesten? Kan de continentale indeling gehandhaafd worden? ”Onze doelstellingen zijn ambitieus, maar niet onhaalbaar”, aldus Zevenbergen.
De eerste verbouwing in het Masterplan 2030 zal de veelbesproken overnetting van het Flamingo-Strand zijn. Goed nieuws, binnen twee weken hoopt Blijdorp nu écht die langverwachte vergunning te krijgen! Om de blauwdrukken door de kritische Welstandscommissie heen te krijgen, zijn er wel wat wijzigingen in het ontwerp gemaakt. De volière blijft cirkelvormig, maar om het oorspronkelijke ontwerp van Van Ravesteyn eer aan te doen, wordt het kijkpunt verplaatst. Nu is dit nog onderdeel van het entreeplein, maar tijdens de verbouwing zal er een nieuw bezoekerspad in de volière worden gerealiseerd waar nu de kleine Amoervolière staat. Vanaf daar kijk je deels uit op het grasveld van de flamingo’s en deels op hun waterpartij, die verlegd zal worden om mee te krullen met de rand van de netconstructie.
Gebruik de pijltjes om door de galerij te navigeren.
Ook aan de Eilandhoppen-uitbreiding van het Oceanium kan hopelijk dit jaar nog begonnen worden. De video die werd vertoond tijdens de presentatie behoorde ongetwijfeld tot de hoogtepunten van de dag! Deze driedimensionale impressie liet tot in detail de toekomstige kas zien. Vanaf de ijsschotsen bij de pinguïns kom je een kleine hal binnen, vanwaar je het binnenverblijf van de ringstaartmaki’s kan bekijken, hun buitenverblijf in kan gaan en meer informatie krijgt over Madagaskar. Eveneens onderdeel van deze kamer zou een tweetal terraria voor de Henkels bladstaartgekko en de gouden mantella (een Malagassische gifkikker) zijn. Vanaf deze zaal heb je toegang tot de grote Madagaskar-hal. Er wordt een gradiënt-ecosysteem weergegeven, dat van een vrij dor gebied overgaat in een moerassig regenwoud. Planten zijn hier prominent aanwezig: van de baobab, een echte droogte-expert, tot de waterbanaan en reizigerspalm. Drie aparte verblijfjes maken onderdeel uit van de kas: tegen de oostmuur staat een verblijf gepland voor spinschildpadden en Madagaskarleguanen, in de zuidwestelijke hoek een onderkomen voor ploegschaarschildpadden en panterkameleons. Daartussenin is ook nog een iets uitgebreider onderkomen voor de boky-boky te vinden, mogelijk krijgen zij zelfs een eigen buitenverblijf. Wat volgt is een vlonder, laag boven het water, welke leidt tot de ingang van het ‘Komodo Ranger Station’, een tussenruimte waar alvast enige informatie wordt verstrekt over de natuur van de Kleine Soenda-eilanden. Het verblijf voor de Komodovaranen zelf ligt lager dan het bezoekerspad, waardoor je (vergelijkbaar met de Krokodillenrivier) van bovenaf de dieren kan bewonderen. De beelden spreken voor zich: het wordt een erg mooi perk. De overgang tussen Komodo en de Galapagos wordt gevormd door een nagebouwde romp van de HMS Beagle, het schip waarmee Charles Darwin eens deze archipel aandeed. Veel aandacht gaat hier uit naar invasieve diersoorten en evolutie. Het verblijf voor de reuzenschildpadden is als een soort tropische savanne vormgegeven, het bezoekerspad is een vlonder waar de dieren onderdoor kunnen bewegen. De overgang tussen de Eilandhoppen-kas en het Natuurbehoudcentrum wordt gevormd door nog een klein educatief kamertje met een interactieve quiz.
Gebruik de pijltjes om door de galerij te navigeren.

Ook de toekomstvisie voor de Bergdierenrots werd met een video getoond. De rots wordt in ere hersteld en in het kader van de restauratie wordt ook het terrein achter de rots weer bij het perk gevoegd, om zo een ruim en afwisselend verblijf te creëren voor de rode panda’s. Het huisvesten van grotere dieren uit de Himalaya is niet mogelijk, daar zijn de aanwezige binnenverblijven te krap voor. Wel worden kuifhertjes als optie genoemd om de begane grond verder aan te kleden.
Een belangrijke boodschap die werd overgedragen, is dat het Masterplan 2030 nog geen verfijnd bouwplan is. ”Wat wij presenteren is niet hoe de dierentuin zal worden, maar hoe het zou kunnen worden”, zo verklaarde de directeur. De ‘route’, zoals die gepresenteerd werd afgelopen vrijdag, is de leidraad voor wat er komen gaat. Waar mogelijk zal Blijdorp andere verblijven bij de plannen betrekken om ook de onbekende en minder opvallende dieren een prominente plaats te geven. De hoop is dan ook dat er rondom de Bergdierenrots wat extra verblijven gerealiseerd kunnen worden. Zo ook voor de Victoria Serre: hoewel de nadruk daar op het botanische ligt, is het waarschijnlijk dat ook een aantal vogels terugkeert. De paradijsvogels werden als mogelijkheid genoemd. De François’ langoeren, die ook moeten verhuizen vanwege de restauratie van de Tropenvleugel, kunnen mogelijk een nieuw verblijf krijgen langs de Vleermuizengrot, die op zijn beurt waarschijnlijk weer onderdeel gaat uitmaken van het uitgebreidere olifantenverblijf.

Een van de hoogtepunten van het Masterplan 2030 is natuurlijk de restauratie van de Rivièrahal. Deze wordt weer in volle glorie hersteld: het moet net als vroeger een ontmoetingsplek worden met regelmatige evenementen en tentoonstellingen. Na de wederopbouw verloor de Rivièrahal haar aanzien aan Ahoy en De Doelen, iets dat Blijdorp graag anders had gezien. Er wordt nog volop gebrainstormd over manieren om de Rivièrahal weer dé Rotterdamse ontmoetingsplaats te maken: zou het bijvoorbeeld niet leuk zijn als je op een of andere manier zonder toegangskaartje alsnog de Rivièrahal zou kunnen bezoeken? Het majestueuze karakter van de centrale hal blijft behouden, in combinatie met moderne voorzieningen. De binnentuinen van Madrid en Wenen worden als inspiratiebronnen genoemd. Ook de restauratie van de centrale hal van de Rivièrahal zal een domino-effect hebben: het is niet langer mogelijk om dieren te huisvesten in de Westvleugel, met het oog op de beschikbare ruimte én de te verwachten geluidsoverlast. De ruimte die door hun vertrek vrijkomt, kan ook betrokken worden bij de vernieuwde Rivièrahal: een mogelijkheid is het veranderen van het Mensapengebouw in een binnenspeeltuin, al zijn andere opties ook zeker niet uitgesloten. Wanneer de gorilla’s een nieuw verblijf krijgen (ongeveer bij het huidige vrijwilligers- en educatiecentrum), kan dat mogelijkerwijs weer gecombineerd worden met een nieuw verblijf voor de dwergnijlpaarden. Het is niet uitgesloten dat de Wolvenvallei bij deze plannen betrokken zou worden.
De boodschap is duidelijk: Blijdorp durft weer te dromen! Dat is misschien wel de belangrijkste conclusie om te trekken uit deze presentatie. Niet alle vragen kunnen al beantwoord worden, maar dat hoeft ook nog niet: het komende decennium kan de dierentuin prachtige nieuwe biotopen uit de grond stampen, waarbij de monumenten gecombineerd worden met vooruitstrevend dierenwelzijn.

Afbeelding: Diergaarde Blijdorp (blijdorp.nl). ‘Tijdlijn Masterplan 2030.’ Klik HIER voor groot formaat.






















Te beginnen met de lopende projecten. Nadat in 2018 al een mooi doorloopverblijf voor ringstaartmaki’s uit de grond werd gestampt, zijn de verwachtingen hoog gespannen voor de rest van het project Eilandhoppen. Wel zullen we nog even geduld moeten hebben, want het zou heel goed kunnen dat de werkzaamheden flink wat tijd in beslag gaan nemen. In grote lijnen blijft de opzet van deze nieuwe aanbouw van het Oceanium ongewijzigd, maar aan de nieuwe plattegronden en conceptafbeeldingen is te zien dat de exacte invulling beetje bij beetje duidelijk wordt. Wanneer je het makiverblijf, een nabootsing van de dorre zuidkust van Madagaskar, verruilt voor de tropische sferen van de kas waan je je in een regenwoud. Op diverse plekken in de hal, die ruim zes meter hoog wordt, maak je kennis met de excentrieke eilandbewoners. In het oog zal gelijk het verblijf voor de boky-boky’s springen, een immer actieve mangoestensoort. Ook worden er verblijven ingericht voor Madagaskarleguanen, de felrood gekleurde Madagaskarwevervogels en de uiterst zeldzame ploegschaarschildpadden. Daarnaast is het de bedoeling dat het flora-aspect van de natuur hier nadrukkelijk naar voren komt, met onder andere de waterbanaan als bijzondere verschijning.
Via het ‘Komodo Ranger Station’, een educatieve tussenruimte, kom je in de rest van de nieuwe kas. In deze ruimte ga je op expeditie langs de Komodovaranen en Galapagosreuzenschildpadden, beide reusachtige reptielensoorten, van elkaar visueel gescheiden door een flinke hoeveelheid beplanting. In het segment van de Komodovaranen loopt het pad langs de muur van de ruimte, met de varanen in de binnenbocht. Vergelijkbaar met de Krokodillenrivier kijk je hier van bovenaf het verblijf in, dat ongeveer één of twee meter lager dan het pad ligt. De opzet van het verblijf is in vele opzichten eigenlijk het beste van twee werelden, vergeleken met de huidige verblijven in het Aziëhuis en de Rivièrahal. In tegenstelling tot het Aziëhuis wordt er uitgegaan van een doorgaans gescheiden bestaan van het mannetje en vrouwtje, met alleen contact tussen de dieren wanneer het vrouwtje vruchtbaar is. Tevens wordt het verblijf ingericht zodat er weer lekker gegraven kan worden zoals dit het geval was in de Rivièrahal, met een gronddiepte variërend van 50 tot 75 centimeter. Ook komt er weer een waterpartij voor de dieren om in de zwemmen, een van de grote verbeteringen in het Aziëhuis. Daarnaast wordt het verblijf uitgerust met sproei-installaties en UV-lampen.
Via een educatief hutje kom je bij de reuzenschildpadden. Dit gedeelte is het minst nauwkeurig uitgewerkt van de drie zones. Wel is het goed duidelijk geworden dat er veel wordt ingegaan op de geologie van de archipel, gevormd door water en vuur. Er komt een stuk met zeewater, omgeven door gestolde lava en meer van dit soort rotsblokken liggen verspreid door het perk. Leuk voor het publiek, maar ook nuttig voor de dieren: in gevangenschap kampen schildpadden vaak met pootproblemen omdat ze te weinig bewegen en het is bewezen dat enig reliëf goed is voor de ontwikkeling van dat soort spieren. Het pad loopt dwars door het perk heen met halverwege een brug waar de schildpadden onderdoor kunnen.
Aan de andere kant van de Diergaarde, bij de Oude Ingang, sleept zich al jaren een bouwproject voort: de aanpassingen aan het Flamingo-Strand. Door een nieuwe wet mogen vogels niet meer geleewiekt worden: de permanente ingreep waardoor vogels niet meer kunnen vliegen. Grootschalig kortwieken van de flamingo’s is niet haalbaar, dus is het onvermijdelijk dat er een volière moet worden gemaakt over het bestaande flamingoverblijf. Meteen stuitte dit plan echter op veel weerstand vanwege de strenge regels die gelden voor dit stukje Diergaarde, met oog op Van Ravesteyns monumentale ontwerpen. Maar, er zit schot in de zaak! Inmiddels heeft Blijdorp een architect in arm genomen die zich specialiseert in dit soort zaken en er is nu een ontwerp dat hopelijk zonder veel ophef uitgevoerd kan worden. Het wordt een ronde volière, waar de bezoeker naar binnen kan en vanaf een vlonder de dieren kan bewonderen. Er wordt gestreefd om de nieuwe volière dit najaar op te leveren.
Bij de Nieuwjaarslezing werd echter niet alleen gekeken naar wat voor plannen dit jaar verwezenlijkt kunnen worden. Erik Zevenbergen ging ook in op de financiële situatie van het park. De exploitatie van de dierentuin is voldoende om de bedrijfsvoering mee rond te krijgen, maar het budget staat weinig toe op het gebied van grote bouwprojecten. Daarom wil de Diergaarde zich wenden tot externe partijen, zoals de directeur ook al liet weten bij zijn
In de nieuwe toekomstplannen wordt gekeken naar het combineren van de vijf rijksmonumenten die nog gerestaureerd moeten worden (Rivièrahal, Takinrots, Grote Vijver, Bongostal en Bosrendierenstal) met vooruitstrevend dierenwelzijn. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de plannen voor de Takinrots. Het is een vrij simpel concept: de rots wordt in ere hersteld en gaat onderdak bieden aan de rode panda’s en kuifhertjes. Het Europese fokprogramma’s van beide soorten staat onder beheer van de Diergaarde en daarom vindt Blijdorp het belangrijk om toonaangevend te zijn met de huisvesting van deze dieren. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden om de flinke lap grond achter de rots ook op te nemen in het verblijf.
Eveneens vrij eenvoudig zijn de plannen die gemaakt zijn voor de Victoria Serre, het deel van de Rivièrahal dat het dringendst toe is aan onderhoud. Blijdorp dient zich hier te houden aan de bestaande paden en architectuur. Het is de bedoeling dat de Tropenvleugel, net als nu, onderdak gaat bieden aan zeldzame tropische vogels. Er gaat veel aandacht besteed worden aan voorlichting en fokprogramma’s, het wordt wel omschreven als ‘ontmoetingsplek’ voor mens en dier. De bouwwerkzaamheden zullen zich dus hoofdzakelijk focussen op puur restaureren.
De Grote Vijver wordt omschreven als ‘blank canvas’. De diverse geschiedenis van het complex betekent dat er best veel mogelijk is met de restauratie. Er zijn hele uiteenlopende ideeën over het gebruik van het hoofdeiland en de kleinere omringende eilanden. Ook wordt er gekeken naar de toekomst van tijgers in Blijdorp: de huisvestingseisen voor deze katachtigen is sterk veranderd sinds de oplevering van de Tijgerkreek en het wordt steeds moeilijker om hieraan te voldoen. Mogelijk wordt het verblijf omgebouwd tot perken voor andere soorten, zo werden er tapirs en nevelpanters genoemd als mogelijkheden. In andere versies wordt het gebruikt als horecapunt en in weer andere versies wordt het eiland in de Grote Vijver een terras en worden de omringende eilandjes gebruikt als waterspeeltuin. Kortom: de toekomst van de Grote Vijver staat geenszins vast.
Écht spraakmakend wordt het overigens pas bij de dromen die Blijdorp heeft voor het olifantenverblijf. Taman Indah was eens het toonbeeld van dierenwelzijn en de Diergaarde wil dat het dat weer wordt. Het buitenverblijf moet groeien: het bongoverblijf, het kamelenverblijf en het gehele Aziatisch Moeras worden allemaal opgenomen in het verblijf. Het resultaat is een reusachtig perk, dat de olifanten toestaat om op natuurlijke wijze ‘rond te trekken’. De Vleermuizengrot krijgt een nieuwe bestemming als binnenverblijf voor de mannelijke olifant (of mogelijk meerdere bullen, de nieuwe afmetingen zouden dat toestaan). De oude ‘papegaaienlaan’ zou ook kunnen terugkeren in de vorm van het ‘olifantenduct’ dat al vaker besproken is in het verleden. De bongostal kan, vergelijkbaar met de Toko Tjitjak, worden omgetoverd tot een horecapunt met uitzicht op het olifantenverblijf. Hoewel het misschien klinkt alsof deze plannen gepaard gaan met het verdwijnen met veel diersoorten, valt dit best mee nu het Aziatische Moeras steeds meer leegloopt. Er wordt nog gekeken naar mogelijkheden om ook andere dieren met de olifanten samen te laten leven.
Al dit toekomstdromen werd afgesloten met de opening van de Vriendenbazaar. Een aantal van de vrijwilligers lieten een zeil met daarop een foto van de oude Vriendenwinkel zakken en onthulden zo het nieuwe gebouw, dat thematisch aansluit op de rest van het Keuzeplein en de poort naar het Azië-gedeelte. Het nieuwe pand is een hele verbetering: in plaats van in weer en wind buiten te staan en onder een afdakje naar wat knuffeldieren te kijken, kan je nu naar binnen en daar rustig rondkijken. Dit maakt het hopelijk niet alleen wat aantrekkelijker om er iets te kopen, maar betekent ook dat de vrijwilligers er beter kunnen vertellen wat de Vrienden van Blijdorp allemaal betekenen voor de Diergaarde. Hopelijk wordt het goed zaken doen: des te sneller kunnen alle mooie plannen die hierboven genoemd zijn werkelijkheid worden.