Wie langs Diergaarde Blijdorp rijdt, kan meestal al een klein voorproefje krijgen van de dierentuin: zij het Amazonica vanuit de trein, Taman Indah vanaf de Stadhoudersweg of de pelikanen vanaf de Van Aerssenlaan. Nu zijn enkele inwoners echter wel érg ver van huis te vinden: afgelopen woensdag werd een witruggier gevonden in Rotterdam-Overschie, gevolgd door een caracara in de buurt van Leidschenveen en nu zou ook een blauwgele ara waargenomen zijn buiten de grenzen van het park. Ontsnappingen van diverse pluimage, al met al. Alle drie de vogels zouden onder normale omstandigheden optreden bij de Vrije Vlucht Voorstellingen, die vanwege de COVID-19-maatregelen niet doorgaan. Toch is het belangrijk dat er regelmatig geoefend wordt en daarbij kan het dus wel eens fout gaan. Voor de dieren is het fantastisch: zelfs in de grootste volière kan het natuurlijk gedrag van sommige soorten immers niet volledig nagebootst worden.
Neem bijvoorbeeld de gieren: deze aaseters kunnen onder gunstige omstandigheden tot wel 300 kilometer op een dag afleggen (da’s een enkeltje Blijdorp-Londen), terwijl ze hun vleugels bijna nooit hoeven te slaan. Dat komt doordat ze haarfijn kunnen aanvoelen hoe de windstromen staan. Van vele kilometers hoog in de lucht speuren ze het landschap af op de karkassen van overleden dieren, waar ze zich vervolgens tegoed aan doen. Voor een mens klinkt het niet als een smakelijk karwij, maar zo spelen gieren wel een zeer belangrijke rol bij het in de kiem smoren van ziekte-uitbraken. Wanneer gieren in een natuurreservaat boven een kadaver cirkelen, trekt dat echter al snel de aandacht van de parkwachters. Daarom worden gestroopte olifanten en ander groot wild tegenwoordig vaak vergiftigd: een fenomeen dat vele gierenlevens heeft geëist. In de afgelopen twaalf jaar zijn de gierenpopulaties van Afrika met meer dan 90% geslonken en daarom coördineert Diergaarde Blijdorp een Europees fokprogramma voor de Rüppells gier en stak het in 2019 tienduizend euro in onderzoek naar de witkopgier in Mozambique. Voortplanting gebeurt vooral in de Gierenrots-doorloopvolière, zo beamen twee jonge kapgieren en twee jonge Rüppells gieren dit jaar. Jongen die uitgevlogen zijn, maar nog even moeten wachten op een nieuw onderkomen, mogen vaak meedoen aan de vogelshow. Dit jaar fungeerde een koppeltje witruggieren bij de Vrije Vlucht Voorstellingen tevens als adoptiegezin voor een Rüppells-kuiken uit de broedmachine.
Om de ontsnapte gier maken de verzorgers zich niet zoveel zorgen: wanneer de honger over een paar dagen toeslaat, is de kans groot dat hij terugkeert naar Blijdorp. Voor grote aaseters valt er in de Randstad immers niet veel te beleven. Hetzelfde geldt voor de ara’s: zij gaan er wel vaker vandoor en snoepen dan van wat er zoal aan de lokale bomen groeit. Uiteindelijk wint de heimwee naar hun soortgenoten echter meestal. Of de caracara vrijwillig terugkeert, is een stuk minder zeker: Nico Roest laat aan het AD weten dat de Amerikaan zich in principe in leven zou kunnen houden door het kostje van buizerds af te pakken. ”In een ideaal scenario loopt hij ergens een schuurtje in en kan de deur daarna gesloten worden.” In 2016 ging deze caracara ook al eens op ontdekkingstocht: toen werd hij teruggevonden op een golfbaan net buiten Rotterdam-Schiebroek. Als je de vogel met rode poten en een zwart-wit verenpark ziet, kan je bellen met de Algemene Dienst op 010 4431 481. Voor alle genoemde vogels geldt dat ze zich niet echt bekommeren om mensen of honden, maar een kat in het nauw kan natuurlijk rare sprongen maken. Gun het dier daarom zijn ruimte en wacht op instructies van het personeel.
Foto: Harry Ros (BB-Facebook). De ontsnapte bergcaracara.