Het is een machtig aanzicht: de Bergdierenrots in Blijdorp, een begrip in Rotterdam, pronkt weer in vol ornaat. Tien jaar lang was de bouwvallige rotstoren uit 1940 geheel aan het zicht ontrokken, in afwachting van een broodnodige restauratie, zoals dat in de jaren ’60 ook gedaan is. ‘Versie drie’, die vandaag opgeleverd werd, combineert de imposante, puntige piek uit 1940 met de bredere basis uit 1960. Architectuur anno toen, dierenwelzijn anno nu, is het idee daarachter. Met een beetje geluk kan je de eerste inwoners al spotten.
Van apen naar panda’s
Na vroeger allerlei apen en geiten gehuisvest te hebben, is de Bergdierenrots nu het heenkomen van de rode panda en het kuifhert. Tijdens de verbouwing is achter de schermen een nieuw koppeltje samengesteld: Miyuko en Kwina. Hun kennismaking was succesvol – érg succesvol zelfs. Kwina is recent bevallen van een tweeling. Het prille gezin mag nu voorzichtig hun nieuwe liefdesnestje verkennen. Het naastgelegen bosverblijf wordt nu bewoond door vrouwtje Fang-Pi, die hiervoor bij de dwergmangoesten op de Afrikaanse Savanne zat. Zij is momenteel in afwachting van een transport naar India. In de quarantaine zitten sinds kort nog twee jonge zusjes uit het Tsjechische Ostrava. Even leek het erop dat zij ook bij de opening zichtbaar zouden zijn, maar nu blijkt dat zij met wormen kampen en daarom blijven zij voorlopig in isolatie.
En hoe zit het met de kuifhertjes, waarvan er drie in de Chinese Tuin wonen en twee achter de schermen zaten? De botanici van Rotterdam adviseren dat de soort volgend jaar pas overgeplaatst wordt naar de Bergdierenrots. De planten zijn nu nog erg jong en kwetsbaar. Een seizoen met de herten zouden ze waarschijnlijk niet doorstaan, terwijl de schuchtere hoefdieren juist veel behoefte hebben aan beschutting. Daarom bivakkeert het backstage koppeltje vooralsnog in het bosverblijf, waar zij vóór de verbouwing ook al zaten.
Totaalbelevening
De Bergdierenrots is nu een onmisbaar landschapselement in Blijdorp en is al zichtbaar vanuit de Maleise Bosrand. De Himalaya-biotoop completeert zo de Aziatische totaalbeleving: nu loop je als bezoeker als het ware vanuit het tropische Zuidoost-Azië via de Nepalese en Bhutaanse bergen naar het Indiase subcontinent. De entree tot de Himalaya is een unieke van monumentale architectuur en Tibetaanse sferen. Het oude rosarium is in ere hersteld, maar dan wel met een Aziatisch tintje. Het oude stalgebouw, ontworpen door Sybold van Ravesteyn, wordt omgeven door traditionele pilaren en vlaggen. Voorheen diende dit pand als patatrestaurant, nu is het interieur aangekleed met educatie. Er zijn ook een kleine speeltuin en een toilet in dit hoekje.
De hoofdroute leidt via de educatiehut weer naar buiten, waar je vervolgens direct naast het nieuwe pandaverblijf staat, met de Bergdierenrots als dramatisch decor. De rode panda’s zullen vooral rondklauteren in de bomen op de voorgrond, zoals de Himalayaberken en -ceders. Om in hun klimbehoefte te voorzien, zijn er ook plantenbakken verstopt in de kiertjes van de rotstoren is de bodem van de betonnen put ietsjes opgehoogd. De Bergdierenrots oogt dan ook íets minder hoog dan vroeger. Op de grond, tussen de varens en rododendrons en langs de oevers van het stroompje, zullen de kuifhertjes zich in de toekomst helemaal thuis voelen.
Kijk hieronder de metamorfose van de Bergdierenrots terug. Het artikel gaat verder onder de foto’s!
Toekomstplannen
Links van de Bergdierenrots betreed je via een hutje een vlonder. Deze kronkelt langs en door het oude pandaverblijf, dat een grondige make-over gekregen heeft en nu dus één rode panda en twee kuifhertjes herbergt. Vanaf hier heb je zicht op het vergrootte verblijf van de Indische neushoorns. Eens zaten hier de witlipherten, maar de laatste jaren diende het als flexibel separatieperk, aan het zicht onttrokken. Deze uitbreiding is mogelijk gemaakt door de Vrienden van Blijdorp, die dit jaar tevens €2.000 doneren voor natuurbehoud in Nepal.
De neushoorns, die alleen nog te vinden zijn in gefragmenteerde graslanden langs de zuidflank van de Himalaya, vormen een perfecte overgang naar de dikhuidenwereld van Taman Indah. Overigens is deze thematische transitie geen lang leven beschoren, want het lijkt erop dat de Indische neushoorn uit Rotterdam gaat verdwijnen. Blijdorp houdt momenteel twee vrouwelijke neushoorns: Namaste en haar dochter Karuna. Karuna gaat waarschijnlijk dit jaar nog op transport en Namaste is alweer 31 jaar oud en takelt zichtbaar af. Het is de bedoeling dat de tapirs het perk uiteindelijk erven. Deze soort komt voor op het Maleisisch schiereiland, wat ongeveer even ver van de Himalaya verwijderd is als de afstand Rotterdam-Warschau…
Pre-corona was het de bedoeling dat ook het terrein achter de Bergdierenrots, met een oppervlakte van ongeveer 2.000 m2, uitgebreid ontwikkeld zou worden. In verband met de verslechterde financiële situatie van het dierenpark is daar nu vanaf gezien. Het is echter de bedoeling dat hier in de komende jaren minimaal een verblijf voor de manoel gerealiseerd wordt. Deze kleine katachtige woont momenteel op de Mongoolse Steppe, maar die biotoop moet wijken voor het nieuwe olifantenverblijf. Een andere toepasselijke inwoner zou de glansfazant zijn, die momenteel in de Grote Vliegkooi leeft, een verblijf dat eveneens tegen de vlakte gaat. De Victoria Serre, die over enige tijd verbouwd gaat worden, huisvest ook veel zeldzame zangvogels uit Noord-India, zoals de neushoornvogel, irenabuulbuul, geelkeelgaailijster en shamalijster. Binnen de organisatie wordt echter ook nagedacht over grotere zoogdieren, zoals langoeren, otters, takins of sneeuwpanters.
Natuurbehoud en dierentuinen
Dat brengt ons tot de controversiële soortkeuze: veel fans waren teleurgesteld toen ze hoorden dat de Bergdierenrots enkel dieren zou gaan huisvesten die al in Blijdorp te zien waren. Dit is echter een pragmatische afweging van de Diergaarde. De Bergdierenrots heeft een monumentale status – of preciezer gezegd, de ‘bunker’ binnen de rotstoren, die als enige onderdeel nog authentiek uit 1940 komt, geniet deze beschermde status. Voor grotere diersoorten is het buitenverblijf al aan de krappe kant, maar voor een degelijk binnenverblijf is binnen de monumentale contouren al helemaal geen ruimte hier. Daardoor stond van meet af aan vast dat er uitsluitend kleinere dieren gehouden konden worden.
Uiteindelijk is de keuze gemaakt voor de rode panda en het kuifhertje omdat Diergaarde Blijdorp de fokprogramma’s van deze soorten coördineert. Het is bij fokprogramma’s altijd handig wanneer er parken zijn die extra ruimte hebben waar flexibel mee omgegaan kan worden. Zo is er altijd wel een volwaardig opvangadres voor jongvolwassen pubers en oude pensionado’s die niet gekoppeld kunnen worden. Als fokcoördinator wil Blijdorp het goede voorbeeld geven aan andere dierenparken.
Voor de rode panda in het bijzonder speelt daarnaast een nieuw herintroductieproject in India. Daarvoor worden Europese panda’s naar lokale kweekcentra gebracht, waarna hun jongen uitgezet kunnen worden in het wild. Fang-Pi is nota bene naar Blijdorp gekomen omdat Rotterdam als een soort doorvoerlocatie dient voor dit traject. Kortom, voor natuurbehoud is het handig als de kleine panda en het kuifhertje wat ‘ademruimte’ hebben in gevangenschap. Voor meer informatie over Blijdorps betrokkenheid bij het Red Panda Network in Nepal, check onze nieuwe ‘Ontdek…’-pagina!
Foto: Johanna Kok (BB-Facebook). Jonge rode panda’s Inês en Vanda in 2017.