
”It giet oan”, zo verklaren de presentatoren van Zoo Inside feestelijk. Aan hen was de primeur om te melden dat de kogel door de kerk is: het Eilandhoppen-project sterft geen roemloze dood. Eens bedoeld als geschenk aan Blijdorp wegens het 55-jarige bestaan van de Vereniging in 2018, zal Eilandhoppen een record vestigen. Nog nooit eerder stelden de Vrienden zo’n bedrag ter beschikking: zo’n twee miljoen euro. Hoewel dat prijskaartje zeker het resultaat is van stijgende bouwkosten, krijgen we ook flink wat terug voor deze investering: drie biotopen voor de prijs van één.
De Diergaarde en de Vrienden hebben zich de afgelopen tijd gebogen over deze lastige situatie: enerzijds is er al een stukje Eilandhoppen gerealiseerd in de vorm van het makiverblijf, dat bedoeld was als introductie voor de kas. Toch bleven fondsen een probleem, al helemaal naarmate duidelijker werd hoe duur precies de aanbouw wel niet zou uitvallen. Nu wordt gemeld dat er een ontwerp ligt dat het project financieel haalbaar maakt, terwijl er minimaal wordt ingeleverd op de oorspronkelijke doelstellingen: het beste van beide werelden.
Hoewel het niet exact duidelijk is op welke onderdelen van het ontwerp bezuinigd wordt, blijft de opzet grotendeels ongewijzigd. Waar het ringstaartverblijf een weergave is van het uitgestrekte droge ecosysteem op Madagaskar, komen bezoekers na hun rondje door de buitenlucht terecht in een vochtige, tropische hal. Hier worden de regenwouden van de oostkust nagebootst. Hier krioelt het van de levensvormen en dat blijkt ook uit de oorspronkelijke plannen: kameleons, Madagaskarwevers, boegsprietschildpadden, smalstreepmangoesten en muismaki’s zijn stuk voor stuk genoemd. Ook de ploegschaarschildpadden, spinschildpadden en Madagaskarleguanen, tegenwoordig in het Natuurbehoudscentrum ondergebracht, behoren tot de opties. De fauna wordt ondergebracht in aparte verblijfjes die binnen in de kas gecreëerd worden. Ook de botanisten kunnen er hun hart ophalen. Madagaskar staat immers bekend om unieke flora zoals de waterbanaan en de reizigerspalm. Het groen wordt zeker niet uit het oog verloren bij het invullen van de kas.
Madagaskar beslaat grofweg een derde deel van de beoogde uitbouw, aan het oostelijke uiteinde. Wat resteert, vormt één ruimte zonder tussenmuur, maar beslaat desalniettemin twee totaal verschillende werelden: Komodo, gelegen in de Kleine Soenda-eilanden, en de Galapagos, een archipel in de Stille Oceaan. Allereerst bezoeken we Komodo: een stukje UNESCO Werelderfgoed. In tegenstelling tot grotere Indonesische eilanden zoals Borneo en Sumatra, bestaat Komodo vooral uit tropische savannes – vanzelfsprekend zal het verblijf niet al teveel weelderige planten tellen. In het recente verleden hebben de Komodovaranen in Blijdorp twee onderkomens gehad: één in de Rivièrahal en één in het Aziëhuis. Uit beide verblijven heeft de dierentuin lering getrokken en het verblijf wordt dan ook uiterst diervriendelijk. Met een gronddiepte van tussen de 50 en 75 centimeter diep kan er naar hartenlust worden gegraven en er kan gezwommen worden in een waterpartij. Doorgaans zullen de dieren individueel verblijven in hun eigen ruime verblijven en alleen wanneer het vrouwtje vruchtbaar is, worden de perken gekoppeld. Als bezoeker kijk je van bovenaf het verblijf in: niet geheel ongelijk aan de Krokodillenrivier, alleen bedraagt het hoogteverschil hier slechts één à twee meter.
Visueel wordt deze helft gescheiden van het volgende segment door beplanting en een hutje, bestemd voor uitleg over wat er komen gaat: de Galapagos! Haar extreme isolatie maakte deze eilandenreeks (eveneens Werelderfgoed) tot een informatieschat voor de alom bekende bioloog Charles Darwin, met als bekendste voorbeeld natuurlijk de Galapagosreuzenschildpadden. Het bezoekerspad slingert vanaf het hutje dwars door het lager gelegen schildpaddenverblijf heen, al kunnen de schildpadden onder een brug door om beide helften bereiken. Het verblijf wordt gethematiseerd door de twee ouders van de Galapagos: water en vuur. Door het verblijf worden afgekoelde lavaformaties verspreid, er komt een stuk van het verblijf met zout water en zelfs het pad kleurt zwart. Niet alleen zijn al deze ontwerpkeuzes leuk voor het publiek, maar ze zijn ook nuttig. Galapagosreuzenschildpadden zijn niet per se solitair, maar ze hebben van tijd tot tijd ook best behoefte aan wat rust. Een visuele barrière in de vorm van het verhoogde pad zou daarbij van pas komen. Ook zouden de zogenaamde lava flows enig reliëf geven, wat een goede spieroefening is voor deze zwaargewichten die bij een egale grond soms pootproblemen ontwikkelen. Oudere concepten uit 2018 tonen ook een mogelijk buitenverblijf, al wordt dit in recentere ontwerpen niet getoond.
Eerdere ontwerpen laten ook wat andere interessante ontwerpkeuzes zien. Zo loopt de verzorgersruimte onder het bezoekerspad en is er onder de Galapagos-hut ruimte om de dieren te separeren. Ook werd er nagedacht over een doorsteek, bedoeld voor drukke dagen, waardoor bezoekers desgewenst direct van het begin van het Komodosegment naar de ingang van het Natuurbehoudscentrum kunnen lopen. Opmerkelijk is dat op de plattegronden een verblijfje voor de Filipijnse zeilhagedis is ingetekend bij deze bypass, want deze oude bekende uit het Aziëhuis krijgt al een onderkomen in het Natuurbehoudscentrum.
Vooralsnog doen zowel de Diergaarde als de Vrienden-top nog geen uitspraak over de nieuwe ontwerpen. Bronnen melden dat de beoogde startdatum voor het project ergens in de tweede helft van 2020 ligt. Mocht er nieuwe informatie opduiken, zal Blijdorper Bende daar uiteraard over berichten.

















Te beginnen met de lopende projecten. Nadat in 2018 al een mooi doorloopverblijf voor ringstaartmaki’s uit de grond werd gestampt, zijn de verwachtingen hoog gespannen voor de rest van het project Eilandhoppen. Wel zullen we nog even geduld moeten hebben, want het zou heel goed kunnen dat de werkzaamheden flink wat tijd in beslag gaan nemen. In grote lijnen blijft de opzet van deze nieuwe aanbouw van het Oceanium ongewijzigd, maar aan de nieuwe plattegronden en conceptafbeeldingen is te zien dat de exacte invulling beetje bij beetje duidelijk wordt. Wanneer je het makiverblijf, een nabootsing van de dorre zuidkust van Madagaskar, verruilt voor de tropische sferen van de kas waan je je in een regenwoud. Op diverse plekken in de hal, die ruim zes meter hoog wordt, maak je kennis met de excentrieke eilandbewoners. In het oog zal gelijk het verblijf voor de boky-boky’s springen, een immer actieve mangoestensoort. Ook worden er verblijven ingericht voor Madagaskarleguanen, de felrood gekleurde Madagaskarwevervogels en de uiterst zeldzame ploegschaarschildpadden. Daarnaast is het de bedoeling dat het flora-aspect van de natuur hier nadrukkelijk naar voren komt, met onder andere de waterbanaan als bijzondere verschijning.
Via het ‘Komodo Ranger Station’, een educatieve tussenruimte, kom je in de rest van de nieuwe kas. In deze ruimte ga je op expeditie langs de Komodovaranen en Galapagosreuzenschildpadden, beide reusachtige reptielensoorten, van elkaar visueel gescheiden door een flinke hoeveelheid beplanting. In het segment van de Komodovaranen loopt het pad langs de muur van de ruimte, met de varanen in de binnenbocht. Vergelijkbaar met de Krokodillenrivier kijk je hier van bovenaf het verblijf in, dat ongeveer één of twee meter lager dan het pad ligt. De opzet van het verblijf is in vele opzichten eigenlijk het beste van twee werelden, vergeleken met de huidige verblijven in het Aziëhuis en de Rivièrahal. In tegenstelling tot het Aziëhuis wordt er uitgegaan van een doorgaans gescheiden bestaan van het mannetje en vrouwtje, met alleen contact tussen de dieren wanneer het vrouwtje vruchtbaar is. Tevens wordt het verblijf ingericht zodat er weer lekker gegraven kan worden zoals dit het geval was in de Rivièrahal, met een gronddiepte variërend van 50 tot 75 centimeter. Ook komt er weer een waterpartij voor de dieren om in de zwemmen, een van de grote verbeteringen in het Aziëhuis. Daarnaast wordt het verblijf uitgerust met sproei-installaties en UV-lampen.
Aan de andere kant van de Diergaarde, bij de Oude Ingang, sleept zich al jaren een bouwproject voort: de aanpassingen aan het Flamingo-Strand. Door een nieuwe wet mogen vogels niet meer geleewiekt worden: de permanente ingreep waardoor vogels niet meer kunnen vliegen. Grootschalig kortwieken van de flamingo’s is niet haalbaar, dus is het onvermijdelijk dat er een volière moet worden gemaakt over het bestaande flamingoverblijf. Meteen stuitte dit plan echter op veel weerstand vanwege de strenge regels die gelden voor dit stukje Diergaarde, met oog op Van Ravesteyns monumentale ontwerpen. Maar, er zit schot in de zaak! Inmiddels heeft Blijdorp een architect in arm genomen die zich specialiseert in dit soort zaken en er is nu een ontwerp dat hopelijk zonder veel ophef uitgevoerd kan worden. Het wordt een ronde volière, waar de bezoeker naar binnen kan en vanaf een vlonder de dieren kan bewonderen. Er wordt gestreefd om de nieuwe volière dit najaar op te leveren.
Bij de Nieuwjaarslezing werd echter niet alleen gekeken naar wat voor plannen dit jaar verwezenlijkt kunnen worden. Erik Zevenbergen ging ook in op de financiële situatie van het park. De exploitatie van de dierentuin is voldoende om de bedrijfsvoering mee rond te krijgen, maar het budget staat weinig toe op het gebied van grote bouwprojecten. Daarom wil de Diergaarde zich wenden tot externe partijen, zoals de directeur ook al liet weten bij zijn
In de nieuwe toekomstplannen wordt gekeken naar het combineren van de vijf rijksmonumenten die nog gerestaureerd moeten worden (Rivièrahal, Takinrots, Grote Vijver, Bongostal en Bosrendierenstal) met vooruitstrevend dierenwelzijn. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de plannen voor de Takinrots. Het is een vrij simpel concept: de rots wordt in ere hersteld en gaat onderdak bieden aan de rode panda’s en kuifhertjes. Het Europese fokprogramma’s van beide soorten staat onder beheer van de Diergaarde en daarom vindt Blijdorp het belangrijk om toonaangevend te zijn met de huisvesting van deze dieren. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden om de flinke lap grond achter de rots ook op te nemen in het verblijf.
Eveneens vrij eenvoudig zijn de plannen die gemaakt zijn voor de Victoria Serre, het deel van de Rivièrahal dat het dringendst toe is aan onderhoud. Blijdorp dient zich hier te houden aan de bestaande paden en architectuur. Het is de bedoeling dat de Tropenvleugel, net als nu, onderdak gaat bieden aan zeldzame tropische vogels. Er gaat veel aandacht besteed worden aan voorlichting en fokprogramma’s, het wordt wel omschreven als ‘ontmoetingsplek’ voor mens en dier. De bouwwerkzaamheden zullen zich dus hoofdzakelijk focussen op puur restaureren.
De Grote Vijver wordt omschreven als ‘blank canvas’. De diverse geschiedenis van het complex betekent dat er best veel mogelijk is met de restauratie. Er zijn hele uiteenlopende ideeën over het gebruik van het hoofdeiland en de kleinere omringende eilanden. Ook wordt er gekeken naar de toekomst van tijgers in Blijdorp: de huisvestingseisen voor deze katachtigen is sterk veranderd sinds de oplevering van de Tijgerkreek en het wordt steeds moeilijker om hieraan te voldoen. Mogelijk wordt het verblijf omgebouwd tot perken voor andere soorten, zo werden er tapirs en nevelpanters genoemd als mogelijkheden. In andere versies wordt het gebruikt als horecapunt en in weer andere versies wordt het eiland in de Grote Vijver een terras en worden de omringende eilandjes gebruikt als waterspeeltuin. Kortom: de toekomst van de Grote Vijver staat geenszins vast.
Écht spraakmakend wordt het overigens pas bij de dromen die Blijdorp heeft voor het olifantenverblijf. Taman Indah was eens het toonbeeld van dierenwelzijn en de Diergaarde wil dat het dat weer wordt. Het buitenverblijf moet groeien: het bongoverblijf, het kamelenverblijf en het gehele Aziatisch Moeras worden allemaal opgenomen in het verblijf. Het resultaat is een reusachtig perk, dat de olifanten toestaat om op natuurlijke wijze ‘rond te trekken’. De Vleermuizengrot krijgt een nieuwe bestemming als binnenverblijf voor de mannelijke olifant (of mogelijk meerdere bullen, de nieuwe afmetingen zouden dat toestaan). De oude ‘papegaaienlaan’ zou ook kunnen terugkeren in de vorm van het ‘olifantenduct’ dat al vaker besproken is in het verleden. De bongostal kan, vergelijkbaar met de Toko Tjitjak, worden omgetoverd tot een horecapunt met uitzicht op het olifantenverblijf. Hoewel het misschien klinkt alsof deze plannen gepaard gaan met het verdwijnen met veel diersoorten, valt dit best mee nu het Aziatische Moeras steeds meer leegloopt. Er wordt nog gekeken naar mogelijkheden om ook andere dieren met de olifanten samen te laten leven.
Al dit toekomstdromen werd afgesloten met de opening van de Vriendenbazaar. Een aantal van de vrijwilligers lieten een zeil met daarop een foto van de oude Vriendenwinkel zakken en onthulden zo het nieuwe gebouw, dat thematisch aansluit op de rest van het Keuzeplein en de poort naar het Azië-gedeelte. Het nieuwe pand is een hele verbetering: in plaats van in weer en wind buiten te staan en onder een afdakje naar wat knuffeldieren te kijken, kan je nu naar binnen en daar rustig rondkijken. Dit maakt het hopelijk niet alleen wat aantrekkelijker om er iets te kopen, maar betekent ook dat de vrijwilligers er beter kunnen vertellen wat de Vrienden van Blijdorp allemaal betekenen voor de Diergaarde. Hopelijk wordt het goed zaken doen: des te sneller kunnen alle mooie plannen die hierboven genoemd zijn werkelijkheid worden.





