Kort Nieuws #158

Leguaan: lief en leed

Foto: Jop Kempkes (BB-Beheer/Facebook)

Actie bij de leguanen! Tegenover de Mangrove in het Oceanium wonen twee dieren: een neushoornleguaan en een zwarte leguaan. Laatstgenoemde heeft Blijdorp onder zijn hoede genomen in 2011, toen hij opdook in een bananencontainer, en is de enige van zijn soort in West-Europa. De neushoornleguaan zit echter om een andere reden alleen: haar partner is in 2018 gestorven. Even leek het erop dat ze wellicht nog eieren van hem bij zich droeg, maar helaas is dat op niks uitgelopen. Nu, twee jaar later, krijgt ze toch weer gezelschap: twee oude dochters, allebei allang volwassen, zijn teruggekeerd. De bedoeling is dat het drietal binnenkort uitgebreid wordt met een mannetje. Vooralsnog gaat het er allemaal gemoedelijk aan toe. Duimen maar! Gelijk een update over de derde leguanensoort: de kleine Antilliaanse leguaan die eerder dit jaar uit het ei kroop, een Nederlands primeur, is Igie gedoopt. Er was een namenwedstrijd uitgeschreven op Sint Eustatius, waar de ouders van de spruit vandaan komen. Zij werden in 2018 namelijk ‘geëvacueerd’ met het regeringsvliegtuig toen bleek dat dit deel van Caraïbisch Nederland niet langer veilig was voor hen. De komst van de groene leguaan, van het Zuid-Amerikaanse vasteland, heeft op al acht eilanden geresulteerd in het uitroeien van de Antilliaanse soort, waaronder ook Sint Maarten. Op nog vijf andere eilanden, waaronder Sint Eustatius, zijn momenteel beide soorten te vinden, wat betekent dat alleen het eilandstaatje Dominica nog écht veilig te noemen is. Het Europese fokprogramma is in het leven geroepen op advies van het IUCN, de organisatie die de Rode Lijst bijhoudt.

Dikhuidje

Foto: Peter Milano (BB-Facebook)

De jonge zwarte neushoorn is inmiddels regelmatig te bewonderen in Rotterdam. Op 8 november, de verjaardag van vader Vungu, volgden 400.000 dierenliefhebbers live zijn geboorte via de webcams. Het kalf, een mannetje, stond binnen een half uur op en huppelde de volgende ochtend onvermoeibaar achter moeder Naima aan in de Dikhuidenvleugel van de Rivièrahal. Bij redelijk weer – het zijn en blijven tropische dieren – mag hij meestal rond 11 uur buitenspelen. Hij heeft inmiddels ook een naam gekregen: Nasor. Het is een verwijzing naar iets dat bijna een eeuw geleden plaatsvond. In 1931 ontving de Diergaarde namelijk voor het eerst een zwarte neushoorn: Kali, overgekomen uit Afrika. Waar het park echter geen enkel idee van had toen het transport werd geregeld, is dat ze een reisgenootje zou hebben: een achtjarig jongetje uit hedendaags Tanzania, Nasor geheten. Je kan je voorstellen dat Diergaarde Blijdorp met een mond vol tanden stond! De opbouw van de Rotterdamse samenleving was dan wel een stuk monotoner toentertijd, wat overigens helaas veelal resulteerde in nare blikken van bezoekers naar het kind, maar dit soort twijfelachtige pseudo-slavernijpraktijken werden gelukkig toch echt als achterhaald beschouwd. Na twee maanden werd het hechte duo, dat samen in de stal overnachtte, dan ook uit elkaar gehaald toen Nasor herenigd werd met zijn familie in Afrika. Nu, bijna honderd jaar later, draagt de jonge zwarte neushoorn dus zijn naam als eerbetoon.

Shoutout

Foto: Diergaarde Blijdorp (DB-Facebook)

Dankjewel, Dura Vermeer! Het bouwbedrijf schonk Diergaarde Blijdorp een nieuwe heftruck waarmee interne transporten door de tuin kunnen blijven doorgaan. Ze kwamen direct in actie toen ze hoorden dat de oude heftruck op sterven na dood was. De organisatie laat weten: ”Wij wensen het dierentuinpersoneel en natuurlijk de dieren veel goeds en hopen dat deze nieuwe heftruck en fruittaart daarbij zullen helpen.”

Bomen over bomen

Foto: Diergaarde Blijdorp (DB-Facebook)

De Blijdorpse botanisten zijn in hun nopjes met de komst van een aantal bijzondere planten uit Trompenburg Tuinen & Arboretum in Kralingen: wat mini-eiken. Het zijn nazaten van verschillende eikensoorten van over de hele wereld. Veel van de jonge bomen zijn opgekweekt uit zaden en stekken die afkomstig zijn van bomen uit het wild. Genetisch gezien zijn de bomen hierdoor zeer bruikbaar om hun soort in botanische tuinen voor uitsterven te behoeden. Eiken groeien langzaam, waardoor ze gevoelig zijn voor bedreigingen. En die zijn er volop: de laatste vijftig jaar zijn grote gebieden met eikenbos-ecosystemen verdwenen. Vaak spelen er meerdere factoren mee, maar klimaatverandering, het verdwijnen van roofdieren die planteters doden, loslopend vee en geïntroduceerde ziektes spelen allemaal mee. Momenteel staan de kleine boompjes achter de schermen. Het is de bedoeling dat zij in het voorjaar een plek in de buurt van het Oceanium krijgen.

Shuffle

Het voorjaar mag dan nog wel even op zich laten wachten, maar dat houdt de Palawan-pauwfazanten niet tegen! In het Natuurbehoudscentrum scharrelen weer twee kuikentjes rond van deze schitterende Filipijnse grondvogels. In mei was het ook al raak en die jongen wonen nu in de volière tegenover de bantengs. Ook de steppeslurfhondjes in de Krokodillenrivier hebben weer voor nageslacht gezorgd. Het is een tweeling. Elders op de Savanne is er juist verdriet: witkruinmangabey Ignazio is op 25-jarige leeftijd overleden. In 2009 kwam hij vanuit Rome naar Blijdorp, waar hij datzelfde jaar samen met de uit Spanje afkomstige Esperanza voor de eerste geboorte van een mangabey in Nederland zorgde. Later werd de groep uitgebreid met vrouwtje Casper en het drietal wist Rotterdam al snel om te toveren tot dé Europese hofleverancier van deze zeldzame diersoort. Iganzio’s troon wordt nu bekleed door ene Oda, uit Dublin. Omdat de wissel nogal wat commotie heeft gecreëerd, heeft de dierentuin een jong mannetje en drie vrouwtjes ‘op kamers’ laten gaan in het verblijf in de gorilla-kijkhut. De fokcoördinator in Barcelona zal een nieuw tehuis zoeken voor hen. Tot slot is de poolvossenpopulatie gegroeid, zij het niet door geboortenieuws maar door een verhuizing: uit Alicante is een jonge poolvos overgekomen. Het betreft een afgedankt huisdier dat daar in Primadomus beland was, de Spaanse vestiging van Stichting AAP. In het Arctische themagebied van Diergaarde Blijdorp waren al enkele soortgenoten van hem te vinden: een clubje heren op leeftijd, alsmede een ander opvangdier dat in september bij de groep gevoegd werd. Net als bijvoorbeeld bij de wasberen fokt de Diergaarde niet met deze soort, maar probeert de dierentuin het wilde vlammetje bij dit soort getekende individuen weer aan te wakkeren. Opmerkelijk detail: de nieuweling heeft blauwe ogen.

Foto: Patty Kloosterman (BB-Facebook)

Primeur: kritiek bedreigde leguaan geboren in Blijdorp

Foto: Jop Kempkes (BB-Beheer)

De spraakmakende evacuatie van vier Antilliaanse leguanen van Sint Eustatius naar gevangenschap in 2018 heeft zijn vruchten afgeworpen: de dierentuin van Rotterdam meldt de heugelijke geboorte van een klein reptiel. Toen de verzorgers een nest vonden, werden de eieren in de broedmachine geplaatst. Na 98 dagen wachten verschenen er uiteindelijk barstjes in één van de schalen… Compleet met staart was de kleine leguaan bij geboorte 24,5 centimeter lang en het lijfje 7,7 centimeter. Hij is nu nog lichtgroen van kleur en zal in de loop der jaren steeds donkerder worden. Voorlopig blijft het jonkie, waarvan het geslacht nog niet bekend is, veilig achter de schermen. De ouderdieren zijn te bewonderen in het Natuurbehoudscentrum in het Oceanium.

Foto: Eelko Tuurenhout (BB-Facebook)

Zoals zijn naam verraadt, komt de Antilliaanse leguaan voor in het Caraïbisch gebied. Vroeger omvatte zijn verspreidingsgebied een groot deel van de zogenaamde Leeward Islands die de noordoostelijke rand van de Caraïbische Zee markeren, alsmede Dominica en Martinique net ten zuiden daarvan. De tijden zijn echter veranderd: 80% van hun leefgebied is verdwenen, alsmede 75% van hun populatie. Tot de boosdoeners behoren allerlei factoren: steden op de Antillen groeien, net als de geitenkuddes die vegetatie en eieren vertrappen, honden en katten willen nog wel eens achter hen aan gaan en sommige mensen ook wagen zich ook aan Iguana delicatissima voor op de barbecue. Dit alles valt echter in het niets vergeleken de bedreiging die gevormd wordt door een nieuwkomer op de Antillen: de ‘gewone’ groene leguaan van het Zuid-Amerikaanse vasteland.

Foto: Cor de Gier (BB-Facebook)

Groene leguanen reizen vaak per abuis mee naar de eilanden als ze bijvoorbeeld opgesloten raken in het ruim van containerschepen. Bij aankomst op de tropische Antillen voelen ze zich helemaal thuis: de natuur op de eilanden verschilt immers niet zoveel van de vochtige stroomgebieden van de Orinoco en Amazone. If anything zijn er hier minder inheemse roofdieren! Die millenialange kalmte heeft de planteneters echter ook enigszins mak gemaakt. Maak kennis met de Antilliaanse leguaan: ze planten zich langzamer voort, groeien niet zo snel en worden minder groot dan de groene leguanen. Ze kunnen zich ook nog eens kruisen met de immigranten: hierdoor dreigt de unieke natuur van de Caraïben verloren te gaan. Het is een rap proces: op zeven grote Antilliaanse eilanden, waaronder ‘ons’ Sint Maarten, is de leguaan al geheel uitgeroeid. De teller van eilanden waar hybridisering met groene leguanen plaatsvindt, stond voorafgaand aan 2018 op vier, maar dat jaar werd het fenomeen ook Sint Eustatius, een bijzondere gemeente van Nederland, voor het eerst vastgesteld. Dat betekent dat Dominica nu het enige grote eiland is waarop de Antilliaanse leguaan nog onbekommerd voortleeft, tezamen met een handjevol minuscule eilandjes (enkele vierkante kilometers in totaal) voor de kust van grotere landmassa’s elders. Klik HIER voor een kaart die Stichting RAVON en STENAPA samengesteld hebben.

Er zijn maar weinig Antilliaanse leguanen in dierentuinen aanwezig. De dierentuin van Jersey op de Kanaaleilanden, die de rol van de stamboekhouder op zich heeft genomen, is goed voor verreweg de meeste dieren en hun fokpaartje heeft al meerdere keren voor eieren gezorgd. Een van die jongen, een in 2000 geboren mannetje, is al een aantal jaar te zien bij het Caraïbisch Café in Blijdorp. Ook in Wenen is een onverwant koppel aanwezig dat voor nageslacht heeft gezorgd. Al met al is dat te weinig genetische diversiteit en zo ontstond, na uitvoerig overleg met het IUCN en CITES, het plan om enkele dieren te vangen en naar Europa te transporteren. Omdat KLM terughoudend was met het vervoeren van wilde dieren, is de verhuizing uiteindelijk mogelijk gemaakt door het regeringstoestel. Dat het nu gelukt is om met twee van de nieuwelingen te fokken, betekent dat er nu drie bewezen, onverwante fokpaartjes in Europa zijn. Zo kan de soort hopelijk in betere tijden teruggebracht worden naar het wild en tot die tijd dienen ze als waarschuwing voor de gevolgen van invasieve diersoorten.

Kort Nieuws #143

Het zit mee in het NBC

Foto: Eelko Tuurenhout (BB-Facebook)

Wat doe je als je geen zin hebt in je buren en over een staart van meer dan een halve meter lang beschikt? Zweepslagen uitdelen! Een nare territoriale schermutseling heeft plaatsgevonden bij de Antilliaanse leguanen in het Natuurbehoudscentrum. Niet dat de verzorgers daarop zaten te wachten, maar het is wel een goed teken: het viertal begint geslachtsrijp te worden! Om verdere vechtpartijen te voorkomen zijn twee dieren nu weer verhuisd naar hun oude onderkomen bij het Caraïbisch Café, het andere koppel is alsnog te vinden bij het Natuurbehoudscentrum. Duimen maar voor eieren! Over eieren gesproken: eind vorig jaar is er weer een pannenkoekschildpad geboren, voorafgegaan door het overlijden van een mannelijke Egyptische landschildpad. Blijdorps succes met de tandkarpers zet eveneens door met de geboorte van zo’n 140 veelschubbige tandkarpers (Allodontichthys polylepis) achter de schermen. Eerder lukte het al met de Tequila-tandkarpers (Zoogoneticus tequila), Madagaskartandkarpers (Pachypanchax omalonota) en La Palma tandkarpers (Cyprinodon longidorsalis). Laatstgenoemde bewoont het middelste aquarium in het ‘glazen huis’.

Klein maar fijn

Foto: Mark Large (dailymail.co.uk)

Botanisch Blijdorp is weer een beetje gegroeid – een héél klein beetje. Nieuw in de plantenkassen achter de schermen is de Nymphaea thermarum, ’s werelds kleinste waterlelie. Hun soortnaam, thermarum, verraadt al iets over de soort: eind jaren ’80 werd de soort toevallig ontdekt door een Duitse bioloog aan de voet van een waterval nabij een heetwaterbron te Mashyuza, in Rwanda. Na de eeuwwisseling resulteerde het aanleggen van irrigatiewerken in de teloorgang van dit stukje natuur en het verdwijnen van de waterlelie, maar gelukkig waren er nog een paar van deze plantjes aanwezig op de Universiteit van Mainz. Voor de zekerheid werden er ook kweekprojecten op touw gezet in de Engelse Kew Gardens en via de Hortus Botanicus Leiden vonden zaadjes hun weg naar de Rotterdamse Diergaarde. De blaadjes van deze minilelies worden net iets groter dan een euromunt en hun aandoenlijke witte bloem, die nóg kleiner is, bestuiven ze met hun eigen meeldraden. Blijdorp hoopt in het voorjaar een paar van deze planten te kunnen vertonen in het Natuurbehoudscentrum en de Rivièrahal. Op die laatste plek kunnen ze in al hun kleinheid pronken naast hun reusachtige neef, de Victoria amazonica.

Mutatierubriek

Foto: Cor de Gier (BB-Facebook). ”De nieuwe man van het Prins-Alfredhert.”

De januari-uitgave van het Vriendennieuws stelt ons weer op de hoogte van enkele veranderingen in het bestand van de Diergaarde. Uit de dierentuin van Leipzig is in november een vrouwelijke Komodovaraan gekomen. Zij wordt hier gekoppeld aan Odin, het mannetje dat in 2018 uit hetzelfde Duitse park overkwam. Madame verblijft in het Aziëhuis en krijgt rond de eisprong bezoek van haar soortgenoot, die normaliter in de Rivièrahal verblijft. Het dekken is immers noodzakelijk voor de gezondheid van het vrouwtje, maar buiten de ovulatie om is het Aziëhuis iets te krap voor een duo van deze temperamentvolle reptielen. Het is de bedoeling dat de Komodovaranen volgend jaar een nieuw verblijf kunnen betrekken in de geplande Eilandhoppen-aanbouw van het Oceanium. Verder is in november een Indische antilope geboren in de Maleise Bosrand. Elders is de burgerlijke stand weer wat afgeslankt: een mannelijke poolvos, een flamingo, twee krokodilstaarthagedissen en een witkruinmangabey zijn overleden in het vierde kwartaal van 2019. In dezelfde periode verruilden een vrouwelijk kuifhertje, een vrouwelijke ringstaartmaki, een mannelijke wallaby, een slanke lori en een kapgier de Maasstad voor andere Europese dierentuinen. Bij de uitermate zeldzame Prins-Alfredherten heeft er een wisseling van de wacht plaatsgevonden: omdat het Rotterdamse mannetje vertrok naar Opel-Zoo in Duitsland, is er een nieuwe heer gearriveerd uit Tsjechië. Na een tumultueuze kennismaking met het vrouwtje kunnen de twee het inmiddels al wat beter vinden.

Alle beetjes helpen

Wil je Blijdorp helpen vernieuwen? Dat kan nu, gratis en voor niets! Digitaal winkelen is in Nederland goed voor een omzet van 20 miljard euro ieder jaar en via ‘SponsorKliks’ komt dat nu ook ten goede van de Vrienden van Blijdorp. Voordat je afrekent op bijvoorbeeld bol.com, thuisbezorgd.nl, Expedia, Greetz of CoolBlue, kan je nu simpelweg naar vriendenvanblijdorp.nl/sponsorkliks gaan. Daar zoek je dezelfde webshop op en reken je vervolgens af. Jou kost het niets extra’s, maar de Vrienden krijgen dan 75% van de vaste commissie die deze winkels moeten betalen bij een bestelling. Zo help je vanaf de bank de Diergaarde met het realiseren van toekomstige bouwprojecten. Bij voorbaat dank!

Meer zielen, meer vreugd

Foto: Luciënne de Gier (BB-Facebook)

Stichting AAP heeft dankzij Diergaarde Blijdorp weer een beetje ademruimte. Vanuit het opvangcentrum voor afgedankte exotische dieren zijn vijf wasberen overgekomen naar Rotterdam om hier hun dagen te slijten. Er is in de afgelopen jaren een toename geweest van het aantal mensen dat besluit jonge wasbeertjes in huis te nemen, veelal geïnspireerd door video’s die rondgaan op het internet. Eerst zijn ze nog schattig, maar op latere leeftijd worden ze steeds minder handelbaar. Vaak worden ze dan naar een opvang gebracht, maar soms worden ze ook simpelweg in het bos gedumpt. Daar kunnen deze omnivoren een ernstig gevaar vormen voor de inheemse natuur en zelfs permanente invasieve populaties vormen! Japan is in de afgelopen decennia op deze wijze volledig overrompeld door deze Noord-Amerikaanse soort en ook in Duitsland en de Kaukasus zijn immer groeiende populaties ontstaan door menselijk toedoen. In Blijdorp wordt dan ook niet gefokt met deze soort, waarvan inmiddels 12 dieren aanwezig zijn bij het terras van De Lepelaar.

Antilliaanse Leguaan: een sprankje hoop?

Foto: Jop Kempkes (BB-Facebook/Beheer)

Hun onthaal vorig jaar was groots: vier Antilliaanse leguanen (Iguana delicatissima) arriveerden met het regeringsvliegtuig in Nederland. Eens maakten ze onderdeel uit van de populatie in de wouden van Sint Eustatius, een van de laatste bastions van deze diersoort, al ligt ook deze onder vuur. Nu ze op acht Caraïbische eilanden compleet zijn uitgevaagd, resteert slechts zo’n 20% van hun leefgebied met een totale populatieafname van ruimschoots 75%. Na een ruime periode waarin ze mochten wennen aan hun nieuwe leefomstandigheden, zijn de Antilliaanse leguanen overgeplaatst naar hun nieuwe verblijf in het Natuurbehoudscentrum. Is er misschien toch hoop voor dit bijzondere dier?

Foto: Sebastiaan de Bruyn (BB-Facebook)

De Antilliaanse leguaan heeft geen makkelijk bestaan in het wild. Nog voor de aankomst van de Europeanen werd er intensief op hem gejaagd, wat hem de bijnaam ‘smakelijke leguaan’ heeft opgeleverd (let ook op zijn wetenschappelijke naam). Veel van hun leefgebied heeft sindsdien plaats moeten maken voor menselijke nederzettingen en de huisdieren die daarmee gepaard gaan, zien de leguaan als een lekkere snack. Dan zijn er ook nog eens grote kuddes loslopende geiten die de lekkerste scheuten opeten en nesten vertrappen. Zoals mooi aansluit bij de ‘eilandspirit’ die we allemaal met de Caraïben associëren, is de Antilliaanse leguaan een soort waarbij alles op z’n gemakje gaat. In een goed jaar planten ze zich eenmalig voort en een mannetje wordt hooguit net iets meer dan een meter lang. Verreweg de grootste bedreiging voor de Antilliaanse leguaan is dan ook zijn grote broer: de groene leguaan, inheems op het vasteland en een recente immigrant op veel Caraïbische eilanden. Ze passen zich gemakkelijk aan, planten zich sneller voort, verdringen de Antilliaanse soort op agressieve wijze en zorgen ook nog eens voor hybride-nageslacht: baby’s die deels groene leguaan en deels Antilliaanse leguaan zijn. Zo dreigt de Antilliaanse leguaan kopje onder te gaan.

Bron: SOSiguana.org

Dat het IUCN de Antilliaanse leguaan in 2018 aanwees als kritiek bedreigde diersoort, spreekt boekdelen. De kaart hiernaast beeldt de situatie af per 2017. Op de eilanden die rood zijn afgebeeld, waaronder ‘ons’ Sint Maarten, komen tegenwoordig geen Antilliaanse leguanen meer voor en alleen de groene eilanden zijn nog vrij van invasieve leguanensoorten, met Dominica als voornaamste safe haven. Op Sint Eustatius zijn nog een paar honderd Antilliaanse leguanen, die acuut gevaar lopen door de recente komst van enkele groene leguanen. Onderzoek door Nederlandse wetenschappers heeft uitgewezen dat er inmiddels al sprake is van hybridisatie tussen de Antilliaanse leguanen en de invasieve groene soort. De ervaring leert dat het proces van lokale uitroeiing dan erg snel kan gaan. Om het voortbestaan van de Antilliaanse leguaan te waarborgen, is dan ook een fokprogramma in gevangenschap nodig.

Foto: Rob van Eijk (BB-Facebook)

Er zijn maar weinig Antilliaanse leguanen in dierentuinen aanwezig. De dierentuin van Jersey, die de rol van de stamboekhouder op zich heeft genomen, is goed voor verreweg de meeste dieren en hun fokpaartje heeft al meerdere keren voor eieren gezorgd. Een van die jongen, een in 2000 geboren mannetje, is al een aantal jaar te zien bij het Caraïbisch Café in Blijdorp. Ook in Wenen is een onverwant koppel aanwezig dat voor nageslacht heeft gezorgd. Al met al is dat te weinig genetische diversiteit en zo ontstond het plan om dieren te ‘evacueren’ uit Sint Eustatius, zoals verder wordt verteld in een eerdere publicatie van het Vriendennieuws.

Foto: Stichting STENAPA

De expeditie, waar heel wat papierwerk met CITES aan voorafging, stond gepland voor eind 2017, maar orkaan Irma gooide roet in het eten. Begin 2018 waagden Sandra Bijhold (dierenverzorgster van Blijdorp) en Tim van Wagensveld (Stichting RAVON) het er weer op en vier leguanen werden gevangen, maar vervolgens weigerde KLM om het transport te faciliteren en ook overleg met de overheid liep stuk. De dieren werden weer vrijgelaten en het gezelschap droop af naar Rotterdam. In mei kwam het bericht dat premier Rutte een bezoek zou brengen aan Caraïbisch Nederland en dat de leguanen wel met het regeringstoestel terug zouden mogen – gelukkig werd een kabinetscrisis omtrent de dividendbelasting ternauwernood afgewend. Prompt reisden Sandra en een ranger van Stichting STENAPA weer af naar Sint Eustatius en wisten daar vier dieren te vangen, twee mannetjes en twee vrouwtjes. Eén probleempje: het regeringstoestel stond op Sint Maarten en de leguanen op Sint Eustatius. Kennelijk zijn meer piloten terughoudend om leguanen aan boord te nemen, wat resulteerde in het charteren van een achtpersoonstoestel voor één persoon met vier leguanen… Na een voorspoedige vlucht met de minister-president naar Rotterdam The Hague Airport deed zich het volgende probleem voor: reptielen mogen alleen Nederland in via Schiphol of de Rotterdamse haven. Nu was daar van tevoren met de NVWA een oplossing voor gevonden, maar maak dat een douanebeambte maar eens wijs! Heel wat telefoontjes later werd toch groen licht gegeven. Eind goed, al goed.

Blijdorper Bendelid Jean-Luc Sleijpen ging alvast op bezoek bij de Antilliaanse leguanen en maakte daarbij dit filmpje.

Natuurbehoudscentrum: de Ark is Geopend!

Foto: Vrienden van Blijdorp (vriendenvanblijdorp,nl). Het ‘glazen huis’

Vandaag was het dan zover: vele maanden aan zwoegen werden beëindigd met een ruk aan een gordijntje. Het Natuurbehoudscentrum, gesitueerd in de zaal waar voorheen een stukje woestijn werd gesimuleerd in de vorm van de Zee van Cortez, is een feit. Het Natuurbehoudscentrum, hoewel misschien klein in formaat, belichaamt de taakstelling van Diergaarde Blijdorp. Uiteraard is een onvergetelijk dagje uit iets waar de dierentuin naar streeft, maar wanneer puntje bij paaltje komt, gaat het om de conservatie van de mondiale biodiversiteit. Werkelijk iets om trots op te zijn.

Foto: Greet van Norde (vriendenvanblijdorp.nl)

Voorafgaand aan de opening van het Natuurbehoudscentrum mocht Marcel Kreuger namens de Vrienden van Blijdorp, de geldschieters van het project, even het woord voeren. Er werd stilgestaan bij wijlen Henk Zwartepoorte, in vele opzichten een onvergetelijk man. In de decennia dat hij actief was voor Diergaarde Blijdorp, slaagde hij erin om met vele uiterst zeldzame schildpaddensoorten te fokken. Misschien nog wel belangrijker was zijn bereidheid om deze kennis te delen met de wereld, waarmee hij organisaties als de Turtle Survival Alliance van grote dienst was. Omdat in de Diergaarde de middelen ontbraken om zijn volledige visie te verwezenlijken, zette hij de Stichting ReHerp op touw. Na zijn overlijden is een belangrijke drijfveer achter natuurbescherming weggevallen. ReHerp zal dan ook een groot deel van zijn collectie terugsturen naar hun bakermat, Blijdorp. Mary Vriens, huidige voorzitter van ReHerp en vrouw van Henk, mocht dan ook een gedenkplaat voor Henk onthullen in het Natuurbehoudscentrum en twee Egyptische landschildpadden vrijlaten in hun nieuwe onderkomen.

Foto: Jop Kempkes (BB-Facebook/Beheer)

Nog niet het gehele Natuurbehoudscentrum is af. Naar verwachting zal het nog een aantal weken duren totdat alle diersoorten te zien zijn. Een van de soorten die nu wel al aanwezig is, is dus de Egyptische landschildpad, in de wetenschap bekend als Testudo kleinmanni. Het IUCN merkt hem aan als kritiek bedreigd en de populatie krimpt nog altijd, omdat de Egyptische en Libische autoriteiten niet in staat zijn om de vernietiging van zijn leefgebied en de illegale huisdierenhandel een halt toe te roepen. De Egyptische landschildpad is een geboren overlever: zijn geringe grootte – de maximale schildlengte bedraagt nog geen vijftien centimeter – betekent dat hij niet veel voedingsstoffen nodig heeft en zijn lichaamskleur zorgt ervoor dat hij wegvalt tegen zijn omgeving. Het verblijf van de Egyptische landschildpad is direct bij binnenkomst een blikvanger. Het is op zich een vrij simplistisch opgezet onderkomen, maar de sporadische planten en rotsen bieden de dieren meer dan genoeg mogelijkheden om zich te verstoppen. Blijdorp had al een zevental van deze dieren achter de schermen, een gedeelte zal daar ook blijven. Het EEP van deze soort wordt sinds kort ook beheerd vanuit Diergaarde Blijdorp.

Foto: Jop Kempkes (BB-Facebook/Beheer)

De overburen van de Egyptische landschildpadden zijn de San Francisco-lintslangen. Het verblijf is een kunstwerkje op zich: het is een zeer divers verblijf, met waterige gebieden, drogere hooglanden, vele boomstronken en rotsspleten en wat hogere beplanting. Op zich zijn lintslangen een vrij talkrijke groep dieren, maar van deze specifieke variant wordt gedacht dat er nog maar een paar duizend exemplaren leven in het wild.

Foto: Jop Kempkes (BB-Facebook/Beheer)

De achterste zijde van het glazen huis is bestemd voor een stelling met terraria zoals je die wellicht ook achter de schermen zou aantreffen: het doet enigszins denken aan het Publiekslab. Het zijn stuk voor stuk verblijfjes die zo ingericht zijn dat ze makkelijk aangepast kunnen worden om onderdak te bieden aan verschillende soorten. Reptielenliefhebbers opgelet, hier zullen een aantal zeer zeldzame soorten te vinden zijn. Momenteel is de enige inwoner een jonge pannenkoekschildpad, wiens ouders vertoeven in de Krokodillenrivier. Volgens de bordjes kunnen we in de komende weken ook kleine McCordsslangenhalsschildpadden en spinschildpadden verwachten. Deze twee soorten zijn al een aantal jaar exclusief achter de schermen te vinden. Ook wordt hier met zeldzame planten gewerkt, momenteel is één terrarium toegewezen aan bromelia’s en in de nabije toekomst komen er ook primula’s – Diergaarde Blijdorp beheert van deze twee planten de Nationale Plantencollectie.

Foto: Wikipedia. Archieffoto van de Cyprinodon longidorsalis

Aan de voorkant van het glazen huis zijn drie aquaria opgesteld. Hoewel de filters hiervan momenteel nog op gang moeten komen en de aquaria nog leeg staan, weten we dat hier een aantal zeer zeldzame vissensoorten komen. Zo komt er een Mexicaanse rivierhabitat waar de La Palma tandkarper (Cyprinodon longidorsalis) een plekje krijgt. Het verhaal van dit visje kent zijn gelijke niet. Hij komt uit een rivier in Noordoost-Mexico, de Ojo de Agua la Presa – of beter gezegd, één kleine sectie van deze rivier. Een slootje dat bekend staat als Charco La Palma, met een oppervlakte van 10 vierkante meter en maximaal 1,5 meter diep: mogelijk het kleinste verspreidingsgebied van alle gewervelden. Als gevolg van opdroging door irrigatie is deze soort in 1994 in het wild uitgestorven. Ook een andere Mexicaanse vissensoort, de Zoogoneticus tequila, is overgekomen uit Aquazoo Düsseldorf. Doordat invasieve vissensoorten zijn uitgezet in zijn natuurlijke habitat, was hij bijna uitgestorven. Gelukkig lijken beschermingsmaatregelen hun vruchten af te werpen, maar voorlopig is de situatie alsnog dusdanig penibel dat deze soort voor de zekerheid achter de schermen blijft. Hetzelfde geldt voor de Allodontichthys polylepis, die functioneel is uitgestorven in het wild.

Foto: Ron DeCloux (AquaInfo). Archieffoto van de Paretroplus menarambo

Een tweede aquarium staat in het thema van Madagaskar. Zo gaat Blijdorp mangaraharacichliden voor de schermen houden. Van deze soort werd gedacht dat hij in het wild uitgestorven was, met alleen nog drie mannetjes in de dierentuin van Londen. Gelukkig werd bij een expeditie nog een klein groepje vrouwtjes aangetroffen dat vervolgens naar Europa getransporteerd is, waardoor de toekomst van de reservepopulatie in gevangenschap nu in ieder geval veilig gesteld lijkt. Ook gaat de Diergaarde werken met de bedreigde Malagassische soorten Pachypanchax sakaramyi, Pachypanchax menaramboParetroplus menaramboParetroplus damii en Paretroplus kieneri. Welke hiervan precies voor en achter de schermen komen, is nog niet duidelijk. Het derde aquarium gaat onderdak bieden aan achoque’s (Ambystoma dumerilii), een kritiek bedreigd broertje van de axolotl-salamander.

Foto: Jop Kempkes (BB-Facebook/Beheer). Het nieuwe vogelverblijf biedt vele landschapselementen waarachter de stressgevoelige inwoners desgewenst kunnen ontkomen aan het publiek.

Het centrale glazen huis, dat alleen toegankelijk zal zijn wanneer er vrijwilligers aanwezig zijn, is omgeven door nog een aantal verblijven. Het enige verblijf buiten het glazen huis dat momenteel in gebruik is genomen, is dat voor Aziatische zangvogels. Eigenlijk is dit het voormalige grondeekhoornverblijf met enkele lichte aanpassingen. Het koppeltje Balispreeuwen uit Taman Indah heeft hier zijn intrede gedaan, samen met een paartje roodoorbuulbuuls. In de nabije toekomst worden er shamalijsters en Palawan-pauwfazanten toegevoegd aan dat lijstje. Naast dit verblijf is een groot beeldscherm geplaatst waar bezoekers meer kunnen leren over de diverse conservatieprojecten waar de Diergaarde deel aan neemt.

Foto: Jop Kempkes (BB-Facebook/Beheer). Het krokodillenstaartjesverblijf in wording.

Nog vier andere Zee van Cortez-verblijven maken een terugkeer in een nieuw jasje. De Coloradopadden houden hun oude stek, de gilamonsters nemen een oud slangenverblijf nabij de ingang over. Een oud verblijf naast de toegang tot het Kelpwoud wordt momenteel geschikt gemaakt voor de Filipijnse zeilhagedissen, een paar oude bekenden van Blijdorp. Daartegenover is het oude zoutwateraquarium terug te vinden. Momenteel zijn hier alleen een drietal Cortez doktersvissen een een paartje egelvissen aan te treffen. Nieuw zijn de momenteel nog leegstaande verblijven voor Antilliaanse groene leguanen, ploegschaarschildpadden, krokodilstaarthagedissen en vuursalamanders, alsmede de nieuwe ruimte met broedmachines.

Kort gezegd: het Natuurbehoudscentrum is nog alles behalve af en dat zal het ook nooit echt zijn. Zijn inwoners zullen komen en gaan zoals natuurbeschermingsorganisaties dat nodig achten. We zullen nog veel horen van dit stukje Oceanium…