Als we via Zuidoost-Azië de Nepalese Himalaya bereikt hebben, keren we weer zuidwaarts, naar het Indiase subcontinent. Vergeleken met Zuidoost-Azië is dit een veel minder weelderig gebied, met vooral uitgebreide graslanden en loofbossen. Tegenwoordig is de mensheid niet meer weg te denken uit dit landschap, met maar liefst 1,4 miljard inwoners die er wonen en werken. Hoewel dat zeker niet altijd een positieve invloed is op de biodiversiteit, wordt India nog altijd gekenmerkt door een bijzondere mix van flora en fauna, groot en klein.
Taman Indah was een trendsetter vanaf het moment dat olifant Bernhardine in ’94 voor de ogen van vele gegadigden een boomstam met daarop ‘Taman Indah open’ omrolde. Blijdorp veranderde toen in de eerste dierentuin waar de olifanten ’s nachts niet gescheiden hoefden te worden en daaruit volgde ook ’s werelds eerste bevalling in groepsverband in gevangenschap, met de geboorte van Indira in ’95. In het decennium 2020-2030 staat de dierentuinwereld een tweede revolutie te wachten op het front van olifantenwelzijn. Diergaarde Blijdorp is vastberaden om ook hierin een sleutelrol te spelen.
Foto: Jim Louwerens (BB-Facebook)
Ridder van de Ganges
Vanaf de rode panda’s slingert het vlonder verder en al snel komen we aan bij een ‘overgangsverblijf’: dat van de Indische neushoorn. De Indische neushoorns behoren tot de oorspronkelijke inwoners van Taman Indah, maar gezien hun natuurlijke leefgebied gesitueerd is in noordelijk India en zuidelijke Nepal, passen ze ook goed bij de Himalaya-biotoop. De Indische neushoorn staat als kwetsbaar op de Rode Lijst: het blijft riskant, maar de soort staat alweer enige tijd in de plus. Daarmee mag de Indische neushoorn van geluk spreken, want van de andere twee neushoornsoorten uit Azië (de Javaanse en de Sumatraanse neushoorns) resteren nog geen vijftig individuen momenteel… Er bestaan verder nog twee neushoornsoorten in Afrika.
De Indische neushoorn wordt ook wel de pantserneushoorn genoemd, naar hun onmiskenbare huidplooien. Wetenschappers vermoeden dat hun echte functie te maken heeft met het op peil houden van hun lichaamstemperatuur. In deze groeven zitten fijne bloedvaten, die gemakkelijk afkoelen wanneer de dieren een bad nemen. Indische neushoorns zijn namelijk echte waterratten en besteden in het wild veel tijd in zompige graslanden en meren. Voor veel dieren is het bezoeken van dat soort drinkplekken een gevaarlijke onderneming, maar de Indische neushoorn heeft weinig te vrezen. Een gewicht van tot wel twee ton, een topsnelheid van vijftig km/u en een vlijmscherpe hoorn van keratine: eenmaal volgroeid hebben neushoorns eigenlijk geen predatoren meer.
Na de Indische neushoorns hebben we al zicht op Taman Indah, maar als je alles wilt zien dat Azië in petto heeft, moet je nog even geduld hebben: vanaf hier brengt de Azië Jungletrek je terug naar de Mongoolse Steppe, het Aziatisch Moeras en de Tijgerkreek. Veel van deze verblijven zullen binnenkort meegenomen worden bij de renovatie van Taman Indah. Wanneer je bezoek aan de keizer van de jungle voltooid is, kan je weer teruggaan naar de bamboevallei tussen de Vleermuizengrot en Taman Indah. Een nagebootste ruïne van het overwoekerde Cambodjaanse tempelcomplex Angkor Wat, geflankeerd door een waterval, kijkt op je neer. Via de draaideur treed je binnen tot Taman Indah: de prachtige tuin. We dwalen dieper het dikhuidenwoud in…
Foto: Johanna Kok (BB-Facebook). In 2022 overleed Indische neushoorn Namaste (31). Haar dochter Karuna gaat binnenkort op transport. Waarschijnlijk keert de soort niet terug in Blijdorp, maar nemen de tapirs hun verblijf over.
Paradijs in de havenstad
Binnen in Taman Indah wandel je over een opgedroogde rivierbedding. Het pad versnippert en slingert door het gehele gebouw, dwars door beekjes en grotten heen. In 2020 werd Taman Indah bij de Blijdorper Bende Awards verkozen tot de beste biotoop in Diergaarde Blijdorp. Wat daar ongetwijfeld aan bijdraagt is de manier waarop de grote publieksfavorieten, zoals de neushoorns en olifanten, verweven worden met kleinere soorten. Dé blikvanger van de koudbloedigen in Taman Indah moet haast wel de tijgerpython zijn. Deze wurgslangen uit India kunnen wel drie meter lang worden en vangen grote zoogdieren en vogels vanuit hinderlagen. Op een goede maaltijd kunnen ze maandenlang teren. Deze bijzondere reptielen staan helaas onder druk door illegale vangst voor slangenleer en de huisdierenmarkt.
Elders in Taman Indah biedt een groot aquarium onderdak aan meerdere Aziatische vissensoorten, waaronder de reuzengoerami, die meer dan een halve meter lang kan worden. Langs de bodem zijn vaak clownmodderkruipers te zien, die met hun baarddraden tasten naar wormen en insecten, terwijl de eveneens inwonende schuttervissen nabij het wateroppervlak zwemmen om hun kostje op unieke wijze te vangen: ze spuiten een krachtige waterstraal uit het water en schieten zo ongelukkige insecten van bladeren af. Verder zijn er nog clownmesvissen, Siambarbelen en haaivinbarbelen te spotten.
Ook nog enkele warmbloedigen. Een cilindervormig verblijf omgeeft een kunstboom en creëert zo een kleine doorsnede van de boshabitat. Momenteel wordt deze bewoond door de driekleureekhoorn uit Malakka, Sumatra, Borneo en Sulawesi. Vanuit de naastgelegen grot en ook vanaf bovenop deze rotsformatie kan je de geribbelde (of ‘gewone’) jaarvogel bewonderen. Mannetjes zijn te herkennen aan hun gele keelzak, die van de vrouwtjes is blauw. Een tweede volière is trouwens gesitueerd schuin boven de neushoornstal.
Het is een fabeltje dat de jaarvogel ieder jaar een extra ribbel op zijn hoorn krijgt. Wel hebben deze grote vogels een unieke voortplantingsstijl. Het vrouwtje legt haar eieren in een boomholte en laat zich vervolgens inmetselen door het mannetje, dat met klei de opening van de holte reduceert tot een nauwe spleet. Maandenlang zijn het vrouwtje en de kuikens volledig afhankelijk van het eten dat het mannetje door deze spleet aanlevert. Geen wonder dat jaarvogels veel tijd steken in het opbouwen van een band met hun partner! Deze levenswijze biedt veel veiligheid tegen roofdieren, maar maakt de jaarvogel wel erg kwetsbaar voor ontbossing en jacht. De jaarvogels hebben gezelschap van de Palawan-pauwfazanten uit de Filipijnen, die eveneens als kwetsbaar op de Rode Lijst staan.
Foto: Theo de Kaper (BB-Facebook). Mannelijke jaarvogel.
Het dikhuidenbos
Wanneer we afscheid nemen van het overdekte stukje tropen, is in de buitenlucht rechts een uniek dier te zien: de Maleise tapir. Oude Thaise volkeren beschouwden hen als een ratjetoe van overgebleven ‘onderdelen’ nadat alle andere dieren geschapen waren. In werkelijkheid is deze vreemde eend vijftig miljoen jaar geleden geëvolueerd als zusterclade van de neushoorn. Tegenwoordig bestaan er vier tapirsoorten in Zuid-Amerika, alsmede één Aziatische soort, te herkennen aan het witte vlak dat van hun schouders tot hun achterste loopt. Gecombineerd met de schaduw van het bladerdak lijken deze schemer-actieve dieren wel op een rots wanneer ze overdag dutten. Hun neus is vergroeid met hun bovenlip en is uiteindelijk steeds meer op een soort kort slurfje gaan lijken, dat ze gebruiken om voedsel mee te plukken en om mee te ademen wanneer ze zwemmen. De overburen van de tapirs doen daar overigens nog een schepje bovenop…
Foto: Ilona van Bakkum (BB-Facebook)
Toen Blijdorp in 1940 zijn poorten opende, waren er al vier olifanten te vinden in de Dikhuidenvleugel van de Rivièrahal: Sonny, Nellie, Willy en Aida. Stuk voor stuk waren ze geboren in Azië en geïmporteerd, een familieband deelden ze niet. Overdag werden ze ‘uitgelaten’ door de verzorgers en ’s nachts werden ze met één been aan een ketting vastgemaakt. Ook werd er geen enkele waarde gehecht aan moeder-dochterrelaties. Zo kwam ook de vijfjarige kleuter Irma in 1975 vanuit Denemarken naar Blijdorp toe. Hier werd ze gekoppeld aan olifantenbul Ramon en de geboorte van ene Bernhardine in 1984 was een Nederlands primeur! In 1988 nam Irma eveneens een jonge en vermagerde verstekeling uit de haven onder haar hoede: Douanita, een in Vietnam gevangen olifant met Tsjecho-Slowakije als eindbestemming, maar waarvoor het juiste papierwerk ontbrak.
Gelukkig begon men omstreeks de jaren ’90 fundamenteel anders te kijken naar dierenwelzijn. Diergaarde Blijdorp nam hierin het voortouw en toen de olifantenkudde in 1994 symbolisch overgewandeld werd naar Taman Indah, waren de ogen wereldwijd gericht op Rotterdam. In de stal mochten de vrouwtjes gewoon vrij blijven lopen ’s nachts, zelfs bevallingen zouden voortaan in de groep plaatsvinden. Taman Indah heeft vele verblijven elders geïnspireerd.
Door Irma’s meerdere bevallingen begonnen langzaam maar zeker natuurlijke structuren te ontstaan in het kunstmatige lappendeken van olifantenkoeien. Dit proces raakte in een stroomversnelling in 1997, toen Sonny overleed. Als laatste lid van de oude garde was zij altijd het hoofd van de kudde geweest. In haar afwezigheid ontstond een heuse leiderschapscrisis tussen de Irma-stam en enkele andere vrouwtjes. In 1999 namen de andere dames hierom afscheid van Blijdorp, waarmee de Blijdorp-kudde al aardig op een familiegroep begon te lijken.
In 2012 brak er wederom een dominantiestrijd uit, dit keer met pleegdochter Douanita, die toen na al die jaren alsnog op transport ging naar Praag. In 2020 werden Douanita’s nazaten Trong Nhi en Nhi Linh onder vergelijkbare omstandigheden apart gezet, voor hen wordt nog gezocht naar een geschikte bestemming. Dat concludeerde een transitieproces van een halve eeuw: van olifantenweeshuis in de Rivièrahal tot natuurgetrouwe dynastie in Taman Indah. Tegenwoordig wordt Irma vergezeld door haar dochter Bangka en diens kinderen Faya (hoogzwanger, uitgerekend eind 2022!) en Radjik.
-> Update 09-10-2022: hoera! Faya is bevallen van een gezond zoontje. Zie HIER.
-> Update 05-11-2022: Trong Nhi en Nhi Linh zijn verhuisd naar de Verenigde Staten. Zie HIER.
-> Update 25-09-2023: Blijdorp rouwt om het verlies van matriarch Irma. Zie HIER.
Olifanten worden al sinds mensenheugenis bewonderd om hun intelligentie. Geavanceerd leervermogen en probleemoplossend inzicht, het gebruik van gereedschap, rouw, medelijden, altruïsme en zelfbewustzijn zijn allemaal vastgesteld bij olifanten. De afgelopen decennia is daarom niet alleen veel werk verzet om natuurlijke groepsverbanden te honoreren in gevangenschap, maar er is ook veel tijd gestoken in gedragsverrijking. De metalen ‘bomen’ met daaraan allerlei flappen, katrollen en banden, bekostigd door de vereniging Vrienden van Blijdorp, zijn hiervan een goed voorbeeld. Zo wordt de ontwikkeling van stereotype gedragsafwijkingen voorkomen. Moeder-overste Irma is de enige in Blijdorp die daar echt mee kampt, wat zich vooral uit in het heen en weer slingeren van haar hoofd (‘weaving‘). Dit is een overblijfsel van haar vroegere huisvesting dat waarschijnlijk nooit meer weggaat, maar waar ze verder geen ongemak van lijkt te hebben gelukkig.
De huisvesting van vrouwelijke olifanten in dierentuinen gaat dus duidelijk de goede kant op. De volgende grote sprong vooruit, die Blijdorp binnen enkele jaren hoopt te maken, heeft vooral betrekking tot de mannetjes. Van oudsher werden zij gezien als solitaire eenlingen die zich na een jaartje of tien afscheiden van hun familie en daarna een zwervend bestaan leiden. In dierentuinen stonden zij altijd gescheiden van hun soortgenoten. Dit blijkt echter veel genuanceerder te liggen in het wild. Met name jongvolwassen bullen vormen kleine bachelorgroepen, waar ze elkaars krachten meten en elkaars sociale en seksuele ontwikkeling bevorderen. Jonge mannetjes leren ook veel van oudere, ervaren bullen. Voor dit hele aspect van hun ontwikkeling is eigenlijk geen ruimte in Blijdorp momenteel.
Daar komt nog eens bovenop dat het aantal mannelijke olifanten in dierentuinen toeneemt. Van origine werden er meer vrouwtjes dan mannetjes uit Azië gehaald, maar nu die importgeneratie begint te verdwijnen, verschuift ook de sex ratio. Waren er in de jaren ’90 nog zeven vrouwtjes per bul in Europa, nu bungelt die verhouding rond de 2:1 en over een jaar of vijftien zal het 1:1 zijn. Die extra heren moeten ergens ondergebracht worden! Al met al acht Blijdorp – nota bene de fokcoördinator voor de Aziatische olifant – meer ruimte voor de olifanten noodzakelijk. De Diergaarde zal binnen afzienbare tijd een tweede verblijf realiseren (grofweg op de plek van de Mongoolse Steppe), zodat er ook een klein mannengroepje gehouden kan worden in Rotterdam. Dit project gaat samen met allerlei kleine verbeteringen aan het bestaande olifantenverblijf.
Inmiddels hebben vrijwel het gehele Aziatische continent verkend. Van de barre Amoer met zijn mystieke natuur, tot de ongelofelijk diverse wouden van Indochina, dwars door moerassen en woestijnen en tot aan de pieken van de planeet. Deze reis komt nu bijna tot zijn einde, met slechts één halte resterend. Het is tijd om een bezoek te brengen aan de machtige koning der dieren: de leeuw.
Foto: Johanna Kok (BB-Facebook). Faya, Bangka, Irma (achter), Radjik (voor).