Terug van weggeweest
Alweer enige tijd is verstreken sinds de Vrienden van Blijdorp de Mongoolse Steppe opzomerden. Het manoelverblijf, al twintig jaar in dienst, ziet er tegenwoordig weer spiksplinternieuw uit met niet alleen een mooie façade, maar ook met een natuurlijkere inrichting. Dusver ontbrak echter nog één ingrediënt uit het recept: de manoels zelf. Het oude echtpaar worstelde ieder jaar meer terugkerende (en steeds erger wordende) kwalen en moest uit hun lijden verlost worden. Een jonge vissende kat was dan ook de eerste katachtige op voet te zetten in het rotsige onderkomen – al waren de verzorgers verrast toen ze hetzelfde dier enkele dagen later op het dak van haar ouders in de Maleise Bosrand aantroffen. Lering werd getrokken uit haar escapade en sindsdien waren het de Himalayaglansfazanten die er vertoefden. Nu heeft het kersverse manoel-duo uit Wrocław eindelijk hun quarantaineperiode uitgezeten en zijn deze kleine, grijze katachtigen uit het Aziatische binnenland weer te zien in Rotterdam. Nou ja, te zien – ze moeten nog even wennen aan hun nieuwe omgeving en zijn pottenkijkers liever kwijt dan rijk. Hoewel trouwe fans al duimen voor nageslacht, zit dat er voorlopig nog niet in: ze zijn van hetzelfde geslacht. Een toekomstige uitwisseling met een andere dierentuin moet daar op termijn verandering in gaan brengen. Het is aan de Schotse stamboekhouder om dat te bewerkstelligen.
Housewarming
Nieuw in Diergaarde Blijdorp: het tijgerzeepaardje (Hippocampus comes). Op de valreep van 2019 werden ze uitgezet in het meest rechter aquarium van het wandrek in het Publiekslab. Deze merkwaardige vissen danken hun naam aan hun gestreepte grijpstaart, al kunnen ze hun huid desgewenst van kleur laten veranderen. Van nature bewonen ze koraalriffen in de Zuid-Chinese Zee, maar hun situatie is niet bepaald rooskleurig. Niet alleen sterven koraalriffen en masse af door de stijgende zeespiegel, het opwarmen van de zee, vervuiling en het opspuiten van eilanden voor militaire doeleinden, maar jaarlijks verdwijnen er zo’n 20 miljoen zeepaardjes door toedoen van Chinese kwakzalvers. Het tijgerzeepaardje staat dan ook bekend als een kwetsbare diersoort. In hun heenkomen in het Oceanium zijn ze niet altijd even gemakkelijk te vinden, maar de verwachting is dat ze, eenmaal volgroeid, uiteindelijk goed zichtbaar zullen zijn met een lengte van ruimschoots 15 centimeter.
Dodelijk
Er is weer een cobra in het Aziëhuis! Zijn voorganger blies in de herfst zijn laatste adem uit, waardoor dit terrarium in het hartje van de Maleise Bosrand enige tijd leeg stond. De Indiase brilcobra dankt zijn naam aan de tekening op hun ‘hoed’: de brede kap die cobra’s kunnen opzetten als ze zich bedreigt voelen. Overigens is de kans dat je dit machtsvertoon in gevangenschap ziet minimaal. Van nature houden slangen er een rustig bestaan op na en de meeste tijd brengen ze rustend door. Wie met deze dieren werkt, moet echter altijd op zijn hoede zijn: in Zuid-Azië wordt deze soort als onderdeel van de ‘Grote Vier’ gezien, het soortenkwartet dat het merendeel van alle slangenslachtoffers op zijn kerfstok heeft. Er bestaat een (prijzig) tegengif, maar naar schatting kan 20% van de mensen die in confrontatie met de brilcobra komen het niet navertellen. Overigens zou het goed kunnen dat dit percentage in de komende jaren flink gaat dalen, want onderzoekers in Leiden en Utrecht zijn erin geslaagd om gifklieren van enkele giftige reptielen in het lab te kweken. Zo zou medicatie in de toekomst veel gemakkelijker verkrijgbaar kunnen worden.
Geschuif
De Bengaalse oehoes zijn weer terug op hun vertrouwde honk: de volière rechts van de ingang van het Aziëhuis. In recentere tijden waren ze te vinden in de Amoervolière, nadat de inwonende Laplanduilen in 2017 overleden aan het Usutu-virus, beter bekend als de roemruchte merelziekte. Momenteel staat dit verblijf, gesitueerd tussen de Amoerpanters en de flamingo’s, nog leeg, maar deze verhuizing lijkt te impliceren dat nieuwe invulling niet lang meer op zich laat wachten. Een geheel ander transport vond plaats in Amazonica: de vergrijzende groep roodbuikpiranha’s is aangevuld met elf jonge dieren. Het is altijd even spannend wanneer vleesetende vissen aan elkaar worden voorgesteld, maar gelukkig verliep de introductie zonder bloedvergieten. Piranha’s zijn sowieso een stuk minder meedogenloos dan de meesten denken: verreweg het grootste deel van hun leven brengen ze solitair door, scharrelend naar kleine prooien. Ook een kleine verandering in het Natuurbehoudscentrum: de jongvolwassen spinschildpadden, die in een hoekje van het ploegschaarschildpadden-verblijf vertoefden, zijn weer achter de schermen geplaatst. Niet getreurd, deze soort is nog altijd te vinden in het wandrek van het ‘glazen huis’.
Liefdesnestje
Een bijzondere nieuwe inwoner in de Tropenvleugel van de Rivièrahal. Een jonge jaarvogel is overgekomen uit de Verenigde Staten om haar Rotterdamse soortgenoot te vergezellen. Er was al snel sprake van een klik: het mannetje bood besjes aan en het vrouwtje accepteerde. Regelmatig neemt ze een kijkje in de nestkast. Mocht zijn charmeoffensief slagen, is dat rede voor grote vreugde: al jarenlang hebben wil het maar niet lukken met de fok van deze grote Aziatische vogels. Hun voortplantingsstrategie vergt dan ook exceptioneel onderling vertrouwen: wanneer het vrouwtje overgaat tot broeden, wordt de opening van de uitgekozen boomholte dichtgemetseld. Een kleine spleet stelt het mannetje in staat regelmatig eten te brengen. Samenvallend met de broedperiode zorgt het gebrek aan daglicht zorgt ervoor dat het vrouwtje gaat ruien en haar vliegvermogen grotendeels verliest. Anders gezegd: mocht haar partner tijdens de broed ophouden met zijn bevoorradingsvluchten, is ze in ten dode opgeschreven. Dan wil je wel kieskeurig in je partnerkeuze zijn!
Foto: Greet van Norde (BB-Facebook). Het nieuwe jaarvogelvrouwtje (links).