Niet Moeders Mooiste…

Een bijzondere nieuwe koudbloedige inwoner is aangekomen in Rotterdam: de Titicacakikker (Telmatobius culeus). Met een lengte van 15 centimeter zijn ze een tamelijk grote amfibie. Hun naam danken ze aan hun leefgebied, het Titicacameer in het Zuid-Amerikaanse Andesgebergte. Het water is erg rijk aan zuurstof: zodanig zelfs, dat de Titicacakikker al zijn benodigde zuurstof kan halen door het via zijn gladde huidflappen te absorberen – aan dit bizarre uiterlijk heeft hij overigens ook zijn minder flatteuze bijnaam ‘scrotumkikker’ te danken. In de afgelopen vijftien jaar zou de wilde populatie met meer dan 80% zijn afgenomen door een combinatie van bedreigingen, waaronder vervuiling en zijn status als lokale delicatesse. Zowel in 2015 als in 2016 zijn massa-sterftes vastgelegd, waarbij telkens duizenden kikkers te overlijden kwamen. Om dit unieke dier te beschermen, zijn in het verleden fokprogramma’s op touw gezet, maar voortplanting wilde pas in 2010 lukken in een Peruaanse dierentuin. Sinds 2016 is ook de dierentuin van Denver bij het project betrokken. Vorig jaar vertrok een grote lading Titicacakikkers vanuit Denver naar de dierentuin naar Chester, waarvandaan ze naar andere Europese dierentuinen verspreid zijn. Eerder dit jaar nam DierenPark Amersfoort er acht in ontvangst en nu zijn er dus tien in Rotterdam gearriveerd, waarvan een deel in het Natuurbehoudscentrum te zien zal zijn.
Jouw man, mijn man

Blijdorp heeft zijn handen eraan vol: het fokprogramma van de Amoerpanters. De Amoerpanter is de meest zeldzame luipaardensoort ter wereld met slechts zestig exemplaren in het wild. Daarom is het extra belangrijk dat er in Europese dierentuinen een bufferpopulatie wordt gecreëerd, maar het fokprogramma wordt – net als de wilde populatie – geteisterd door een gebrek aan genetische diversiteit. Tot overmaat van ramp is er in het verleden één behoorlijk productief lid van het fokprogramma geweest dat achteraf gezien geen Amoerpanter was. Aan het EEP mogen alleen Amoerpanters meedoen die meer dan 65% raszuiver zijn. Alsof dat nog niet voor genoeg complicaties zorgt, moet er ook opgepast worden voor zwarte Amoerpanters: deze worden vaak niet geaccepteerd door hun soortgenoten. Dat laatste is het probleem in de Diergaarde, want toen in 2016 twee pantertjes dood ter wereld kwamen had eentje een zwarte vacht. Dit betekent dat zowel Vatne als Cema het recessieve gen voor de zwarte vachtkleur hebben en daarom mogen ze zich niet meer samen voortplanten. Het Vriendennieuws heeft laten weten dat Cema inmiddels verhuisd is naar een andere dierentuin. Binnenkort wordt er een vervangend mannetje verwacht. Hopelijk kan het dan eindelijk eens meezitten voor de Amoerpanter.
Trifacta

Kort nadat de Gemeenteraad in maart dit jaar akkoord ging om Blijdorp te helpen met de restauratie van de laatste paar Van Ravesteyn-rijksmonumenten die daar behoefte aan hebben, doneerde de Rijksoverheid vier miljoen euro ten behoeve van deze onderneming, als onderdeel van een grotere investering in Nederlandse cultuur en erfgoed. Als laatste bestuurslaag komt nu ook de provincie Zuid-Holland over de brug, met een subsidie van meer dan anderhalve ton voor de Bergdierenrots in het specifiek. In februari dit jaar vroeg Blijdorp al een vergunning aan voor dit specifieke project, wat doet vermoeden dat de Bergdierenrots wellicht het eerste monument zal zijn om aangepakt te worden. Overigens is er nog geen aankondiging geweest dat deze vergunningsaanvraag goedgekeurd is.
Op eigen poten

Binnenkort zal Blijdorp weer drie okapi’s tellen. Mboshi, die op de valreep van 2017 ter wereld kwam als eerste jong van M’buti, is laatst vertrokken naar de Franse dierentuin La Teste. Daar komt hij overigens een oude bekende tegen: okapi Rab, die er maar niet in slaagde om te sjansen met zijn vrouwelijke soortgenoten, ging hem in 2018 voor. Binnenkort zal ook het langverwachte transport van okapi Gerrit, in 2017 geboren als Kamina’s zesde jong, niet lang meer op zich laten wachten. Voor hem is een plaatsje gevonden in Lissabon. Overigens is Blijdorp alweer in blijde verwachting: Kamina is uitgerekend voor september. Leuk feitje is dat ze tot nu toe altijd om en om bevallen is van mannetjes en vrouwtjes.
‘Project P’: hoe gaat het nu met…

De voortekenen zijn gunstig! Weinig bezoekers weten het, maar eind 2016 kwam er een heel bijzonder dierentransport aan in Blijdorp: dat van vier Raggi’s paradijsvogels uit de dierentuin van San Diego. Daarmee werd Diergaarde Blijdorp de tweede dierentuin in Europa om deze prachtige vogelsoort uit Nieuw-Guinea te huisvesten, nadat het Vogelpark Walsrode vier jaar daarvoor al een aantal had ontvangen, eveneens uit Amerika. Van de vier paradijsvogels die Blijdorp in ontvangst heeft genomen, zijn er nog drie over: een vrouwtje en twee mannen. Het is de bedoeling dat deze stressgevoelige soort ooit voor de schermen een plekje krijgt, maar voorlopig mogen ze in alle rust wat jaartjes achter de schermen verblijven. Het vrouwtje heeft nu een onbevrucht ei gelegd, zo meldt het Vriendennieuws. De verwachting is dat de mannetjes volgend jaar geslachtsrijp worden: zouden we uiteindelijk jonge paradijsvogeltjes kunnen zien? Overigens is het de dieren in Walsrode al gelukt om zich voort te planten, wat éxtra hoopgevend is.
Odins optrekje op de schop

Het verblijf van de Komodovaranen in het Aziëhuis is weer in gebruik genomen. Diergaarde Blijdorp laat weten dat de afgelopen twee maanden kleine aanpassingen zijn gemaakt aan het perk, terwijl de varaan in de tussentijd vertoefde in het oude verblijf in de Rivièrahal. Toen in 2012 de Komodovaranen hun nieuwe stek in gebruik namen, bleek al snel dat het Aziëhuis zo zijn gebreken had. Een groot pluspunt was dat de dieren konden zwemmen en een handige toevoeging was de mogelijkheid voor de verzorgers om het verblijf in tweeën te delen, mochten de dieren elkaar even niet zien zitten. De keerzijden waren dat het verblijf kleiner was (al helemaal als het rolluik het verblijf in tweeën deelde) en dat de dieren niet konden graven. Voor dat laatste is nu de mogelijkheid gecreëerd en er zijn ook extra UV-lampen geplaatst. Blijdorp rekent kennelijk op jongen, want ze zeggen expliciet dat het verblijf ook ontsnappingsproof is gemaakt voor kleine Komodo’s. Momenteel is er overigens alleen een mannetje, Odin geheten, aanwezig, tezamen met een flinke groep kwetterende rijstvogels. De Komododame is begin dit jaar op verzoek van de stamboekhouder verhuisd. Of de keuze om het verblijf op te lappen betekent dat Eilandhoppen definitief van de baan is, is onduidelijk.
Wisselen van de wacht

Todz was nog niet vetrokken naar Parc Zoo du Reynou in Frankrijk, of er stond al een nieuwe poolcarnivoor op de stoep van de Diergaarde: ijsbeerman Wolodja, zeven jaartjes jong. Op twee-jarige leeftijd emigreerde hij van zijn geboorteplaats Moskou naar de dierentuin van Berlijn, waar hij zijn taak als fokman succesvol volbracht heeft. Na een tussenstop in Ouwehands’ Dierenpark kwam hij nog net op tijd voor Vaderdag aan in Rotterdam. Nieuwsgierig kijken hij en zijn oudere date, Olinka, alvast naar elkaar in hun Arctische onderkomen. Hopelijk kunnen we uiteindelijk weer op een kille februari-dag massaal in de rij staan om de eerste stapjes van pluizige ijsbeerjongen in de buitenlucht te aanschouwen. Overigens hoeven de nieuwe verzorgers van Todz daar niet op te hopen: die dierentuin heeft nu twee mannetjes.
Buiten Blijdorp

In het Belgische dierenpark Planckendael markeerde de vierde dag van juni één jaar zonder olifant Khaing Phyo Phyo, nadat zij daar in 2018 vroegtijdig werd ingeslapen vanwege ernstige nierfalen. Phyo Phyo kwam in 1981 ter wereld in de oerwouden van Myanmar, waarna ze werd gekocht door Ouwehands’ Dierenpark. In 1995 kwam ze naar Rotterdam en hier werd ze in ’98 de moeder van Timber, met Ramon als partner. Het was geenszins een gemakkelijke bevalling, omdat Phyo Phyo alleen perste wanneer de dierenarts haar baarmoeder via de darmen masseerde. Timber zou later de vader van Faya, Trong Nhi en Sunay worden, de huidige drie jonge leden van de Blijdorpse olifantengroep. Later verhuisde Phyo Phyo nog een aantal keer en in 2009 zorgde ze zelfs voor de allereerste olifantengeboorte in België, met Kai-Mook in Antwerpen. Ze was al lange tijd ziek en haar laatste zoon, de in 2018 geboren Tarzen, kon ze niet eens zelf voorzien van melk. Hij was al zwak bij de geboorte en is, ondanks verwoede pogingen van verzorgers en dierenartsen, niet lang na het overlijden van zijn moeder in zijn slaap gestorven. Overigens leefde Phyo Phyo in Planckendael samen met een oude bekende: Yu Yu Yin, van 1995 tot ’99 aanwezig in Blijdorp. Ze heeft zich altijd als tante ontfermd over de jongen en kleinkinderen van Phyo Phyo.
Foto: vajuu.com
Waar blijft een nieuwe? Mis het namelijk.
Vanavond nog 😉