Exceptioneel geboortenieuws uit Rotterdam vandaag. Voor het eerst ooit is er voortplantingssucces geweest met de zwartsnuithaaien in het Oceanium. Dat is niet alleen een primeur voor Diergaarde Blijdorp, Nederland of Europa: voor zover bekend is dit nog nooit gebeurd in gevangenschap, waar dan ook ter wereld. Het is een uitermate waardevolle gebeurtenis voor onze kennis over deze slecht begrepen dieren. Voorlopig blijft de kleine achter de schermen, maar op termijn wordt hij overgeplaatst naar de Mangrove. Hij toont al interesse in voedsel, wat een gunstig voorteken is.
In de vroege uurtjes van 28 januari merkten de verzorgers een paar onbekende silhouetten op in een quarantainetank achter de schermen. De inwoonster van dat aquarium was een volwassen vrouwelijke zwartsnuithaai. In december viel op dat ze iets breder was dan gebruikelijk: zou het kunnen…? Uit voorzorg werd ze apart geplaatst: kleine vissen zijn vaak geen lang leven beschoren in het haaienbassin. Uiteindelijk werden vier jongen, elk zo’n 45 centimeter lang, uit het water geschept. Twee ervan waren ten prooi gevallen aan de moeder, een derde bezweek binnen een dag aan zijn bijtwonden. Nummer vier was echter nog ongeschonden en trekt alweer een week baantjes in een ander bassin. De wereldprimeur was een feit.
In de jaren ’90 stelde de Diergaarde een ambitieus doel: het Oceanium moest een duurzaam bestand krijgen. Iedere inwoner zou uiteindelijk afkomstig moeten zijn uit gevangenschap, zonder enige noodzaak tot wildvang. Her en der zijn er zeker successen geweest: aanvankelijk gooide Blijdorp hoge ogen met de kweek van pekelkreeftjes, raderdiertjes en tropische garnalen en in recentere jaren werden noemenswaardige succesen behaald bij de koeneusroggen en stierkophaaien. Toch bleven pups bij de grotere haaiensoorten dusver uit, wat onder andere te maken heeft met het feit dat het veelal migrerende diersoorten zijn die niet zo snel in de juiste stemming komen in gevangenschap. Het overgrote deel van alle haaien in aquaria (op soorten als de hondshaai na) zijn dan ook wildvang. Dat is echter alles behalve wenselijk, want ieder jaar worden circa 100 miljoen haaien in de wereldzeeën gedood: logischerwijs gaat het met veel soorten erg slecht. Het zou dan ook erg mooi zijn als er fokprogramma’s opgezet zouden kunnen worden voor bedreigde haaiensoorten: de ervaring die met dit jong opgedaan wordt, is erg waardevol voor zulke doelen. Tot dusver hadden de verzorgers hun hoop vooral gevestigd op de verpleegsterhaaien, waarvan meermaals lege eikapsels gevonden zijn in het grote bassin. De andere twee soorten bij de haaientunnel, de zwartpunthaai en zandbankhaai (beide nauwe familie van de zwartsnuithaai), lijken zich niet zo te bekommeren om voortplanting.
Ondanks een indrukwekkende lengte van 1,5 meter eenmaal volgroeid, zijn zwartsnuithaaien een vrij ‘milde’ soort. Voor zover bekend hebben ze nog nooit een mens aangevallen, ze tonen alleen interesse in kleine prooidieren zoals octopussen en visjes. Ze komen voor langs de oostkust van Amerika, meestal op een diepte van 20 tot 60 meter. Zo’n acht tot twaalf maanden na de bevruchting komen de jongen levend ter wereld, vaak bij riviermondingen en mangrovebossen, en ze worden in het wild maximaal twintig jaar oud.