Het heeft het hoofd van een havik en het lijf van een kraanvogel: de secretarisvogel, Sagittarius serpentarius. Bijna dertig jaar nadat ze uit het bestand verdwenen, keert deze slimme en imposante vogelsoort terug in de Diergaarde. Hij wordt niet voor niets door de Fransen ‘serpentaire’ genoemd: deze langpoten zijn geboren slangenjagers. Het is meermaals vastgelegd dat ze giftige slangen verlammen door op ze te trappen met hun poten en ze vervolgens verorberen. De nieuwkomer, die al enige tijd achter de schermen in quarantaine werd gehouden, is te zien bij de Afrikaanse aaseters op de Gierenrots.
Naast slangen staan ook insecten, reptielen en zelfs kleine zoogdieren op het menu. De secretarisvogel is gebouwd voor het leven op de grond. Hun lange benen stelt hen in staat over het lange savannegras heen te kijken. Naast het trappen hebben ze ook andere inventieve jachtmethodes ontwikkeld, waaronder het opjagen van knaagdieren door te stampen op de grond en het uitvoeren van ‘dodenvluchten’. Soms maken ze zelfs gebruik van branden door aan de rand van het vuur te wachten en alle vluchtende dieren te vangen. Ondanks hun disproportioneel lange poten kunnen ze goed vliegen, waarbij ze hun poten als ooievaars achter zich uitstrekken. Deze roofvogels zoeken buiten het broedseizoen de boomtoppen alleen op om te slapen.
Hoewel de secretarisvogel niet als bedreigde diersoort wordt bestempeld, heeft hij in het wild te kampen met een rappe afname van leefgebied waardoor de populatie snel terugloopt. Gelukkig wordt er in gevangenschap regelmatig gefokt met deze bijzondere diersoort. De eieren worden gelegd in een groot ooievaar-achtig nest in een boom, waar maandenlang aan wordt gewerkt. Meestal bestaat een nest uit één of twee kuikens, in uitzonderlijke gevallen uit drie. De ouders vormen trouwe koppeltjes. Het is aan de moeder om over de jongen te waken, terwijl de vader het gezin van eten voorziet.
De secretarisvogel, die voorlopig nog geen soortgenoot heeft, woont samen met andere Afrikaanse vogelsoorten op de Gierenrots, een moderne en ruime doorloopvolière die in 2010 werd geopend. Vier gierensoorten – te weten Rüppels-, witkop-, witrug- en kapgieren – staan hier centraal. Bovenin de volière laten de zwarte wouwen zich meevoeren door de luchtstromen en langs de oevers van de waterpartij kan vaak een koppeltje hamerkoppen worden gespot, dat onder de overkapping van het bezoekerspad al meerdere jaren een groot nest onderhoudt. De opmerkelijke maraboes, die laatst weer werden losgelaten na binnen overwinterd te hebben, zijn momenteel druk in de weer met takken om hun liefdesnesten mee te knutselen. De komst van de secretarisvogel valt samen met de heropening van alle doorloopvolières in de dierentuin, nu de ophokplicht is beëindigd. Deze werd vorig jaar afgekondigd naar aanleiding van de vogelgriep, ook al is deze nooit in Blijdorp vastgesteld.
Foto: Shirley Kroos (Facebook). De secretarisvogel van Blijdorp is nog een jong exemplaar en beschikt daarom nog niet volledig over het volwassen verenkleed.