Vijftig kaarsjes mogen er vandaag uitgeblazen worden in Diergaarde Blijdorp: olifant Irma viert vandaag dat ze alweer een halve eeuw aan levenservaring op naam heeft. Gisteren werd eveneens gevierd dat zij precies 45 jaar in Rotterdam woonde. De feestelijke aangelegenheid was voor de vereniging Vrienden van Blijdorp reden genoeg om Irma te ‘adopteren’. De trouwe achterban van het dierenpark, die het portret van Irma al sinds jaar en dag als insigne gebruikt, heeft namelijk een bijzondere band met haar. Het leek ons van Blijdorper Bende leuk om eens de stamboom van Irma onder de loep te nemen: vijf decennia aan veranderende inzichten in dierenwelzijn. Het verhaal van Irma begint in Denemarken: op 18 september 1970 vierde Kopenhagen de geboorte van een klein dikhuidje…
Irma’s ouders, mannetje Chieng Mai en vrouwtje Buag Hah, waren in 1962 op zeer jonge leeftijd door het Thaise koningshuis geschonken aan de Deense monarchie. Irma was het eerste jonkie voor het tweetal en in 1975 werd ze ‘gekocht’ (ja, het waren andere tijden…) door de vereniging Vrienden van Blijdorp voor 10.000 gulden. Bij aankomst in Rotterdam kreeg ze een plekje in de Dikhuidenvleugel van de Rivièrahal: iets wat op dat punt eigenlijk niet zo bijzonder was. In dat tijdperk waren de olifanten in Blijdorp, net als in de rest van Nederland, allemaal elders geboren en ter plekke samengevoegd tot een geforceerde groep. Dit, net als Irma’s vroege separatie van haar ouders, is natuurlijk ondenkbaar geworden tegenwoordig, nu we veel beter begrijpen welke sociale behoeftes deze reusachtige dieren hebben.
Toen Irma naar Blijdorp kwam, was ene Ramon al een paar jaartjes aanwezig. In ’71, nog geen één jaar oud, was hij overgekomen uit Hannover. Het was vrij zeldzaam dat dierentuinen toentertijd vrijwillig mannetjes op zich namen, omdat ze bekend stonden als onvoorspelbaar en agressief. Terwijl Irma en de andere vrouwtjes regelmatig ‘uitgelaten’ werden door de verzorgers, bracht Ramon zijn dagen afgezonderd van de rest door, op een afgezet deel van het terras. Toch was Ramon met een reden naar Blijdorp gekomen: de dierentuin wilde gaan fokken met de olifanten. In het kader daarvan besloot de Diergaarde tevens definitief te stoppen met het houden van Afrikaanse olifanten in 1974.
Afijn: omdat zowel Ramon als Irma allebei nog erg jong waren, viel er lang niet zo veel te melden over de twee. In 1984 was de vreugde echter ongekend in de Maasstad toen Irma dochter Bernhardine, vernoemd naar de partner van Juliana der Nederlanden, ter wereld bracht. Het was niet alleen een Nederlands primeur, maar ook de eerste keer in een Westerse dierentuin dat een in gevangenschap geboren olifant zich voortplantte! In 1988 nam Irma eveneens een jonge en vermagerde verstekeling uit de haven onder haar hoede: Douanita, een uit Vietnam geïmporteerde olifant met Tsjecho-Slowakije als eindbestemming, maar zonder het juiste papierwerk. Twee jaar later volgde de geboorte van Irma’s dochter Yasmin en in 1994 werd de olifantenkudde ‘overgewandeld’ naar hun spiksplinternieuwe heenkomen in de prachtige tuin: Taman Indah. Het jaar erop vindt hier de eerste dierentuingeboorte in groepsverband plaats, toen Irma Indira op de wereld zette omringd door haar soortgenoten.
Het einde van het millennium was tumultueus. Begin 1997, twee jaar na het uitvliegen van Bernhardine, had de olifantengroep een recordomvang van twaalf vrouwtjes bereikt. In juni sloeg de bliksem echter in met het overlijden van Sonny: een olifant die al sinds 1940 in Blijdorp aanwezig was en door haar leeftijd als officieuze leidster van de groep diende. Ze had zich altijd opgeworpen als liefdevolle maar strenge oppas voor Irma’s kroost. Inmiddels was Irma niet alleen een oudgediende, maar ook de enige olifant die succesvolle bevallingen op naam had (drie nog wel!). Irma nam dan ook de rol van leider op zich. Toch trokken drie andere vrouwtjes, die omstreeks ’95 uit Rhenen waren komen aanwaaien, gezamenlijk op tegen haar: Tin Tin Htoo, Yu Yu Yin en Khaing Phyo Phyo. De spanning hield enige tijd aan, terwijl meer veranderingen in de groep plaatsvonden: zo overleed de jonge bul Ben tijdens een lichte narcose eind ’97 en verder verlieten in de loop van 1997 vier olifantenkoeien het park. Onverwachts overleed Ramon in ’98 aan een hersenbloeding en dat jaar stierf ook Irma’s jongste dochter, Indira, aan een herpesinfectie, terwijl de kudde weer werd uitgebreid door Khaing Phyo Phyo’s bevalling van Timber en Yu Yu Yins bevalling van Maxim. Lang zouden zij niet in de Havenstad blijven: in ’99 werd besloten om Tin Tin Htoo, Yu Yu Yin, Khaing Phyo Phyo en hun twee zoontjes naar Engeland te verhuizen. Toen was Irma’s rol als matriarch, zij het slechts van haar dochter Yasmin en Douanita, eindelijk veiliggesteld.
Ramons troonopvolger, Alexander, wist Irma drie keer te bezwangeren. Bangka werd in 2000 geboren en zoontje Sibu in 2004. De derde zwangerschap ging echter ernstig mis in 2007: het jong was afgestorven in de baarmoeder en Irma’s leven werd ternauwernood gered na een lange en uitputtende operatie. Irma’s dagen als moeder lagen achter zich. Nadat Irma technisch gezien in ’99 al eens oma was geworden toen Bernhardine over de grens beviel van een zoon, die geen lang leven beschoren was, beviel ‘Dina’ na terugkomst in Rotterdam weer in 2002. Net als Willi overleed Senang echter al snel aan het herpesvirus. Yasmins bevalling van Anak in 2003 eindigde gelukkig niet in verdriet, al vonden er wel weer enkele breuken plaats in de groep: Bernhardine vertrok in 2006, samen met Yasmin, definitief naar Dublin, waar die twee nog altijd te zien zijn. In 2012 kreeg Irma’s pleegdochter Douanita leiderschapsambities en om die reden moest zij vertrekken en dit jaar werd Douanita’s achtergebleven dochter Trong Nhi ook gescheiden van de Irma-groep onder vergelijkbare omstandigheden.
Inmiddels is Irma’s stamboom flink gegroeid. In totaal heeft Irma vandaag de dag twaalf kleinkinderen en ook nog eens drie achterkleinkinderen. Toen zij voor het eerst overgrootmoeder werd, in 2014, was dat waarschijnlijk een mondiaal primeur in gevangenschap. Slechts een van Irma’s vier broers en zussen leeft nog: zus Schottzie, tegenwoordig woonachtig in de Cincinnati Zoo, in de Verenigde Staten. Verder zijn twee andere nakomelingen van Irma’s vader Chieng Mai (†2017) nog in leven: Gandhi en Plaisak. Irma’s moeder Buag Hah is niet zo oud geworden: zij is in 1996 overleden. Hoewel Irma tegenwoordig wat extra aandacht krijgt van de verzorgers, is er geen reden om aan te nemen dat we niet nog heel wat jaren mogen genieten van haar. Ze wordt omringd door haar dochter Bangka en diens dochter Faya, die inmiddels toch ook wel van de leeftijd is dat een fling met fokman Fahim niet ondenkbaar is. Diergaarde Blijdorp heeft grootse ambities met Taman Indah: het is de bedoeling dat het verblijf nog vóór 2030 flink gaat groeien door het bongoperk – en in een later stadium ook het Aziatisch Moeras en de Mongoolse Steppe – te ‘absorberen’. En wie weet, misschien duimen we tegen tijd alweer voor achterachterkleinkinderen voor Irma… Vandaag zal Irma zich overigens niet bekommerd hebben om dit alles: ze kreeg namelijk een lekkere portie fruit cadeau.
Foto: Saskia Bokkers (BB-Facebook). Irma, midden-achteraan.
[…] was hun eerste jong, en werd in de Deense hoofdstad Kopenhagen geboren, schrijft Blijdorper Bende. In 1975 werd ze naar Nederland gehaald door de Vereniging Vrienden van […]