Nee, écht af is het nog niet. Op de achtergrond is men nog druk met hoogwerkers in de weer, maar dat mag de pret niet drukken. De gelada’s mochten op woensdag 19 september voor het eerst hun nieuwe buitenverblijf ontdekken en daarmee is de soort officieel weer te bewonderen in Rotterdam na meer dan 30 jaar absentie. Deze ‘proef’ was van tevoren niet aangekondigd; de formele opening zal immers pas in de aanloop naar de herfstvakantie plaatsvinden, dan zal ook het andere buitenverblijf klaar voor gebruik zijn en kunnen de bezoekers naar binnen.
Door de dieren iets eerder kennis te laten maken met hun nieuwe leefomgeving hoopt Blijdorp te voorkomen dat ze op het moment suprême last van podiumangst krijgen en het vertikken om zich te laten zien. Toen de schuif openging, vonden het de gelada’s het inderdaad nogal spannend en heerste er even twijfel. Toen één gelada over de dam was, volgden er gelukkig meer en binnen een mum van tijd genoten de dieren van hun ruime perk onder de zon.
Momenteel zijn er ‘slechts’ negen gelada’s te bezichtigen. Het gaat om een harem die alweer twee jaar geleden overkwam uit NaturZoo Rheine en sindsdien achter de schermen verbleef, bestaande uit een mannetje, drie vrouwtjes en hun jongen. Ze zullen in de nabije toekomst gezelschap krijgen van nog een aantal harems en zo in een dynamisch groepsverband samenleven, zoals ze dat in het wild ook zouden doen. Opmerkelijk is dat Blijdorp er dus op het laatste moment voor heeft gekozen om de harems aan de kant van het Rivièrahal-Voorplein te plaatsen, want oorspronkelijk was het de bedoeling dat zij het iets meer glooiende landschap aan de terrassen-kant zouden gaan bevolken. De Diergaarde lijkt in hun persbericht te suggereren dat de harem ook niet alsnog overgeplaatst zal worden naar de andere zijde als deze eenmaal gereed is, en dat daar dus de mannengroep zal komen.
Gelada’s, die dankzij hun uiterlijk vaak voor de bekendere bavianen worden aangezien, zijn de enige apensoort wiens dieet hoofdzakelijk uit gras bestaat. In het wild zijn ze in toenemende mate een zeldzame verschijning, beperkt tot het Ethiopische Hoogland. Overdag besteden ze veel tijd aan grazen en sociale interactie, ’s avonds trekken ze zich vaak terug naar de relatieve veiligheid van de rotskliffen. In de Diergaarde is hun natuurlijke gebied zo goed mogelijk nagebootst, met een combinatie van rotskopjes en grote grasvelden. Wat die grasvelden betreft, is gekozen voor de meest stevige grassoort zodat er – als het goed is – geen grote kale plekken ontstaan.
In 2011 werd voor het eerst openlijk gesproken over een restauratie van het oude Roofdieren-Gebouw. Toentertijd werd nog gesproken over berberapen als potentiële inwoners en werd gezegd dat de klus in principe in een half jaar te klaren zou zijn. Dankzij problemen met de financiering en bovenal veel onenigheid met de Welstandscommissie heeft het project helaas veel meer tijd en geld in beslag genomen. Toch is het nieuwe geladaverblijf een resultaat om trots op te zijn. De buitenverblijven zijn een mooi voorbeeld van een natuurlijk onderkomen en ook de binnenverblijven staan huisvesting in een natuurgetrouw verband toe. Een leuke toevoeging is dat het gerestaureerde pand geheel gasloos is. De uitstraling van het monumentale Roofdieren-Gebouw is er ook flink op vooruit gegaan: zie de fotoserie hieronder voor een kleine vergelijking van nu en toen! Klik op je pijltjes onderaan om te navigeren.