Jop Kempkes – 29 juli 2018
Blijdorp zet zich natuurlijk in de eerste plaats in voor de bescherming van dieren en planten. Wat heb je echter aan fokprogramma’s wanneer de natuurlijke habitat van een diersoort vernietigd is door houtkap, mijnbouw of overbevissing? Daarom kiest Blijdorp tegenwoordig steeds vaker voor duurzame opties. Zo draagt de Diergaarde zijn steentje bij aan een betere wereld.
Savannehuis: een natuurlijke kachel
Hoewel de Afrikaanse Savanne nog niet eens zo lang onderdeel uitmaakt van de Rotterdamse Diergaarde, is het wel uitgegroeid tot een icoon en een hoogtepunt van een dagje dierentuin. Uiteraard zijn het de bewoners die de show stelen, maar in het oog springt ook het binnenverblijf van de giraffen: het Savannehuis, beter bekend onder zijn bijnaam ‘de Ui’. Dit gebouw, dat eigenlijk niet ontworpen is als knol maar als kraal, ontving al tijdens de bouw wat vreemde blikken. Nee, de Ui is een architectonische klasse apart en werd al snel in het hart van de dierentuinbezoekers gesloten.
Het heeft natuurlijk nogal wat voeten in de aarde om een gebouw te creëren waar de langnekken zonder problemen gehouden kunnen worden. Zo gebeurde het in de Dikhuidenvleugel, het vorige onderkomen van de giraffen, nog weleens dat de mannelijke giraf de ruiten uit het dak stootte als in het binnenverblijf gepaard werd! De ‘ruggengraat’ van het gebouw wordt gevormd door de kring van grote houten bogen gemaakt van duurzaam verkregen, onbewerkt hout. Het cirkelvormige ontwerp zorgt ervoor dat de dieren elkaar niet in het nauw kunnen brengen in de hoeken. De matten, waaraan de houten bogen steun geven, zorgen voor een natuurlijke isolatielaag. Ze zijn gemaakt van samengeperst riet en bamboe. Dit materiaal kan snel, goedkoop en verantwoord worden verkregen: extra duurzaam!
Het gebruik van al deze duurzame materialen heeft, buiten het esthetische aspect om, zo z’n voordelen. Zo hoeft men zich geen zorgen te maken dat de giraffen, die een reputatie hebben te willen likken aan alles wat los of vast zit, een vergiftiging oplopen door de materialen. Bovendien is het geheel verrassend onderhoudsarm, een aangename verrassing voor het beperkte budget van de Diergaarde. Naar verwachting gaan de matten aan de buitenkant wel zo’n vijftig jaar mee, langer dan sommige kunststoffen.
De voordelen van het slimme ontwerp gaan overigens verder door dan met het blote oog gezien kan worden. De ruiten in het dak zijn namelijk zo geplaatst dat ze overdag zoveel mogelijk zonlicht binnenlaten, waardoor het gebouw warmte opneemt voor de nacht. Om extra energie te besparen, wordt niet de hele ruimte maar alleen een aantal ‘knuffelwanden’ verwarmd waar de dieren zelf de warmte kunnen opzoeken. Hierdoor hoeft minder gestookt te worden.
Wanneer de verwarming toch aan moet op koude winterdagen, gebeurt dat ook nog eens CO2-neutraal. De warmte komt namelijk van een houtsnipperkachel die draait op verantwoord verkregen houtsnippers en gesnoeide takken uit de dierentuin zelf. Het systeem is zelfs zo efficiënt, dat het er ook voor zorgt dat de aangrenzende Krokodillenrivier het hele jaar er warmpjes bijzit. De houtsnipperkachel wekt in een jaar tijd evenveel energie op als 90 huishoudens in een jaar verbruiken – er wordt dus nogal wat gas bespaard. Dit scheelt jaarlijks 50.000 euro! Kort gezegd, de Savanne is misschien wel het groenste verblijf van Nederland!
Oceanium: een energiecentrale
Aan het hele jaar door filteren, verwarmen en verlichten van honderden aquaria hangt een flink prijskaartje. Daar is de Diergaarde zich ook van bewust van en daar werd vanaf dag één bij het ontwerpen van het grootste gebouw in Blijdorp, het Oceanium, rekening mee gehouden. De kolos heeft daarom een ‘bijbaan’ gekregen: het is het grootste veld van zonnepanelen waar dan ook in de bebouwde kom. In totaal zijn er 3.400 zonnepanelen geplaatst, genoeg om een honderdtal huishoudens van stroom te voorzien. Dankzij deze installatie vertoeven de pinguïns in het Falklands-verblijf het hele jaar bij een aangename temperatuur van 8 graden, óók op snikhete zomerdagen.
Om het energieverbruik verder te beperken heeft Blijdorp geïnvesteerd in een zogenaamde ‘warmte- en koudeopslagsysteem’, in samenwerking met Eneco. Aanvankelijk werd overtollige warmte in het Oceanium naar buiten geblazen: uiteraard simpel en effectief, maar ook een grote verspilling van energie. Nu wordt deze warmte opgeslagen om ’s winters weer gebruikt te worden. Het resultaat is indrukwekkend: er hoeft nu jaarlijks 200.000 kuub gas minder verbruikt te worden, waarmee het gasverbruik van de Diergaarde met 20% verminderd is en Blijdorp 70.000 euro bespaart. Duurzaamheid loont!
Daarnaast worden ook de aquaria op ecologisch verantwoorde wijze voorzien van hun zeewater. In totaal is er zeven miljoen liter zout water aanwezig in het Oceanium. De filterinstallaties doen er anderhalf uur over om de volledige hoeveelheid te reinigen, maar er blijven altijd nog reststoffen achter en daarom moet maandelijks een deel van het water (600.000 liter, een relatief kleine hoeveelheid) vervangen worden door vers zeewater. Dat is de taak van de Haaibaai, het schip van de Diergaarde, dat ballastwater van containerschepen in de Rotterdamse haven overneemt en transporteert. Dit schip werkt volledig op biobrandstof: het frituurvet van de restaurants in de dierentuin. Zo kan het water op groene wijze beginnen aan zijn traject door het Oceanium. Allereerst wordt het gebruikt bij de aquaria van de meest gevoelige zeewezens, de koralen, om uiteindelijk te eindigen in het bassin van de ijsberen.
FSC, MSC & LED
In de supermarkt ben je waarschijnlijk al eens een product met het Marine Stewardship Council-keurmerk tegengekomen. De vis die in deze etenswaren verwerkt is, is gevangen met oog voor het welzijn van de zee. Zo worden jonge vissen met rust gelaten zodat ze kunnen opgroeien, worden er geen destructieve netten gebruikt en wordt de visstand in de gaten gehouden. Dit alles is een belangrijke zet in de wereldwijde strijd tegen overbevissing. Ook Diergaarde Blijdorp, immers een grootverbruiker van vis, voert uitsluitend MSC-goedgekeurde vis aan zijn inwoners. Eerder gingen Blijdorp en andere Nederlandse dierentuinen al over op duurzaam geproduceerde soja. Ook krijgen rozenbladeren van bloemenkwekers in de regio een nieuwe functie als groenvoer voor fijnproevers als de giraffen en okapi’s.
Naast overbevissing is houtkap ook een mondiale factor in het uitsterven van diersoorten. Daarom heeft Blijdorp in 2009 toegezegd voortaan alleen nog maar hout en papier te gebruiken dat goedgekeurd is door het Forest Stewardship Council. Wanneer een product dit keurmerk heeft, betekent dat dat het verkregen is op duurzame wijze. Er worden dus geen oerbossen of regenwouden voor gekapt. Met oog op mogelijke aardverschuivingen mag er ook niet gekapt worden bij steile berghellingen en langs rivieroevers. Daarnaast weegt de veiligheid van de arbeiders ook mee voor het FSC.
In het kader van energiebesparing is Diergaarde Blijdorp als een van de eerste dierentuinen ter wereld overgegaan op LED-verlichting in een groot deel van het park. In totaal zijn meer dan 1000 oude gloei- en spaarlampen vervangen door LED-lampen in onder andere het Oceanium en de Ui. Terwijl gloeilampen gemiddeld zo’n 1.000 uur meegaan en spaarlampen 10.000 uur, kan een LED wel 50.000 uur branden voordat deze vervangen moet worden. De overstap is onderdeel van het EU-project Illuminate waarbij op verschillende locaties proeven werden gedaan met het grootschalig toepassen van duurzame verlichting. Niet alleen bleek er in Blijdorp sprake te zijn van grote energiebesparing (goed voor 38.000 euro per jaar!), bij een koraalbak in het Oceanium bleek dat koraal zelfs beter groeit bij LED-verlichting!
Een tweede leven
Recycling is inmiddels de meest bekende vorm van duurzaam handelen en ook op dat gebied blijft Blijdorp bij. Een goed voorbeeld zijn de artikelen die ter gelegenheid van het 160-jarige bestaan van de Diergaarde uitgebracht werden. Onderdeel van die lijn waren tassen die gemaakt waren van oud promotiemateriaal van de dierentuin, denk aan spandoeken en vlaggen. Niet alleen duurzaam, maar elke tas is dus ook nog eens uniek!
Plastic flessen zijn tegenwoordig natuurlijk onlosmakelijk verbonden met statiegeld. Hoewel je dat niet kan krijgen in de Diergaarde, kun je wel petflessen inleveren op drie punten in de dierentuinen zodat ze hergebruikt kunnen worden. Plastic wordt immers gemaakt van fossiele brandstoffen en is een van de grootste vormen van vervuiling van de zee. Bovendien doet het er als zwerfafval vele jaren over om volledig te vergaan.
Ook kan je bij Blijdorp apparaten van thuis inleveren zodat deze kunnen worden ingezet voor natuurbehoud. Zo neemt Diergaarde Blijdorp momenteel deel aan de EAZA Silent Forest Campagne, waarbij Europese dierentuinen aandacht vragen voor het uitsterven van Zuidoost-Aziatische zangvogels. In het kader daarvan kan je in het Longhouse verrekijkers inleveren, die later gebruikt kunnen worden door parkwachters. Ook worden bij het gorillaverblijf en de Rivièrahal oude mobieltjes en (lege) cartridges ingezameld. De mobieltjes en cartridges leveren niet alleen geld op voor de gorilla’s in het wild, maar zullen ook de vraag naar het stofje coltan (waarvoor het leefgebied van gorilla’s massaal wordt vernietigd) laten afnemen waardoor er meer Congolees regenwoud overblijft.
Het resultaat?
De lijst met bewuste keuzes gaat nog wel even door. Zo wordt het nieuwe geladaverblijf gasloos, worden alle nieuwe gebouwen voorzien van moderne isolatie, zijn er oplaadpalen van elektrische auto’s, worden er uitsluitend nog biologische schoonmaakmiddelen gebruikt, etc. De uitwerkingen liegen er niet om: de CO2-uitstoot van de dierentuin is drastisch verminderd in de loop van de afgelopen jaren en er worden tienduizenden euro’s bespaard. Bovendien wordt dit ook erkend: Diergaarde Blijdorp mocht een Green Key Gold in ontvangst nemen, het hoogste niveau van een internationaal keurmerk voor de toepassing van duurzame technieken.